Streep door fiscaal voordeel via kruislings schenken
Het valt te proberen, fiscaal voordeel behalen door ‘kruislings’ te schenken. Ofwel: ik schenk aan jouw kind en jij aan mijn kind, en zo kan het kind een keer extra een schenkingsvrijstelling toepassen. Maar onlangs heeft de rechter weer een streep gezet door zo’n constructie.
De Successiewet kent een aantal vrijstellingen voor schenkingen (infographic). Zo mogen ouders dit jaar eenmalig € 28.947 belastingvrij schenken aan hun kind, als die tussen de 18 en 40 jaar oud is. Grootouders mogen belastingvrij € 2.418 aan hun kleinkind geven. Deze laatste is overigens niet eenmalig, maar een vrijstelling die elk jaar opnieuw bruikbaar is.
Schenkingsvrijstelling voor eigen woning
Verder is er nog de eenmalige schenkingsvrijstelling voor de aankoop van een eigen woning. Tot dit jaar was die vrijstelling € 106.671, vandaar ook de bijnaam ‘jubelton’. Maar deze vrijstelling is in 2023 afgeschaald tot € 28.947, en in 2024 verdwijnt de vrijstelling helemaal (artikel). Anders dan bij de verhoogde schenkingsvrijstelling voor ouders aan hun kind, geldt voor de jubelton dat er geen familierelatie hoeft te zijn. Wel moet de ontvanger tussen de 18 en 40 jaar oud zijn. Schenken aan het buurmeisje of een willekeurige andere ontvanger is dus ook mogelijk onder de vrijstelling. Althans, dit jaar nog.
Van deze mogelijkheid was ook gebruikgemaakt in deze zaak. Het ging hier om een broer en een zus, die van hun moeder in 2017 allebei € 100.000 geschonken kregen. Daarnaast kregen zij in 2017 ook € 100.000 geschonken van een voormalige zakenpartner van hun overleden vader. Ook in 2017 schonk de moeder aan de vier kinderen van deze zakenpartner ieder € 50.000. Voor al deze schenkingen deden de ontvangers in hun aangifte schenkbelasting een beroep op de eenmalige verhoogde vrijstelling voor een eigen woning.
Inspecteur past hoge vrijstelling maar één keer toe
De inspecteur keurde voor de broer en de zus maar één keer de toepassing van de hoge vrijstelling goed, waarop zij naar de rechter stapten (of de vier kinderen van de zakenpartner dat ook deden vermeldt het vonnis niet). Maar volgens de rechtbank was het terecht dat de inspecteur de vrijstelling deels niet had toegepast. In feite was de tweede schenking geen gift van de zakenpartner, maar een indirecte gift van de moeder, aldus de rechtbank. En omdat de verhoogde vrijstelling al was toegepast voor de eerste gift, kon dat niet nogmaals. De aanslag schenkbelasting bleef dus in stand.
Rechtbank Den Haag, 27 juni 2023, ECLI (verkort): 10328 en 10331