Opzegverbod bij ziekte moeilijk te omzeilen
Als een werkgever een arbeidsongeschikte werknemer wil ontslaan wegens wangedrag, kan dat alleen als er geen enkel verband bestaat tussen de reden van het ontslag en de arbeidsongeschiktheid van de werknemer. Anders is het opzegbeding bij ziekte van toepassing. Dat blijkt uit een recente zaak bij Hof Den Bosch.
In de betreffende zaak draaide het om een monteur die, nadat hij op zijn werk was aangesproken, zijn leidinggevende bij een aanvaring onder meer had bedreigd met een rubberen hamer. Na het incident meldde de monteur zich ziek. Naar aanleiding van het voorval diende de werkgever een ontbindingsverzoek in bij de kantonrechter wegens verwijtbaar handelen door de werknemer (de zogenoemde e-grond). De kantonrechter oordeelde dat het opzegverbod bij ziekte niet van toepassing was en ontbond de arbeidsovereenkomst.
Uitbarsting was gevolg van depressieve klachten
In het hoger beroep beriep de werknemer zich opnieuw op het opzegverbod bij ziekte. Hij meende dat hij niet ontslagen kon worden, omdat hij al vóór het incident en de ziekmelding arbeidsongeschikt was en de uitbarsting het gevolg was van zijn depressieve klachten en overspannenheid. Volgens de werkgever was het gedrag van de werknemer ontoelaatbaar en had het ontbindingsverzoek niets te maken met zijn arbeidsongeschiktheid.
Werknemer was meermaals bij huisarts geweest
Het hof verduidelijkte dat afwijken van een opzegverbod alleen mogelijk is als de reden voor het ontbindingsverzoek geen verband houdt met de omstandigheden waarop dat opzegverbod betrekking heeft. Omdat de werknemer vóór het incident al meerdere keren bij de huisarts was geweest met geestelijke klachten en het incident gerapporteerd was door de bedrijfsarts, was er volgens de rechter een duidelijk verband tussen de reden voor het ontbindingsverzoek en de arbeidsongeschiktheid van de werknemer. Het opzegverbod bij ziekte was dan ook toepassing. De rechter wees de werknemer een billijke vergoeding toe van € 3.500 vanwege het onterechte ontslag.
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 15 juni 2023, ECLI (verkort): 1972