Resterend STAP-budget gerichter ingezet
Voordat het STAP-budget per 2024 ter ziele gaat, resteren er voor de scholingssubsidie in 2023 nog drie aanvraagtijdvakken. Voor het aanvraagtijdvak dat op 3 juli opent, is minder budget beschikbaar dan eerder begroot. En ook het resterende budget voor 2023 wordt gerichter ingezet.
Onlangs nam de Tweede Kamer een motie aan waarin onder meer werd verzocht om het resterende STAP-budget – de subsidieregeling eindigt per 2024 – zo gericht mogelijk in te zetten, en zo nodig dat restant ook de komende twee jaar beschikbaar te houden als gericht individueel scholingsbudget.
STAP-budget alleen voor OCW-erkende opleidingen
In een Kamerbrief hebben minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en minister Wiersma voor Primair en Voortgezet Onderwijs laten weten te onderzoeken of het vanaf september mogelijk is om alleen door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) erkende opleidingen in aanmerking te laten komen voor de STAP-regeling. Dit moet ervoor zorgen dat het resterende STAP-budget gericht wordt op scholing die daadwerkelijk opleidt tot een beroep. Minister Van Gennip en minister Wiersma streven ernaar om de Tweede Kamer nog voor de zomer te informeren over hun bevindingen. Omdat er geen extra budget beschikbaar is, is het volgens de ministers niet mogelijk om toe te zeggen dat er geld overblijft voor een individueel scholingsbudget in 2024 en 2025.
Minder STAP-budget voor juli-tijdvak
Aangezien het niet uitvoerbaar is om het subsidiabele opleidingsaanbod op korte termijn in te perken, wordt het eerstvolgende aanvraagtijdvak – dat opent op maandag 3 juli om 10.00 uur – nog uitgevoerd onder de huidige criteria. Wel wordt het beschikbare budget voor het juli-tijdvak teruggebracht, van € 34 miljoen naar € 20 miljoen. Hierdoor is er meer budget beschikbaar voor een meer arbeidsmarktgerichtere inzet in de laatste twee tijdvakken, in september en november.