Beter omgaan met melding seksueel ongewenst gedrag
Werkgevers weten vaak niet hoe zij moeten omgaan met meldingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Regeringscommissaris Mariëtte Hamer ontwikkelde daarom een handreiking met tips. Ook voor de ondernemingsraad (OR) is dit een nuttig document.
Seksueel grensoverschrijdend gedrag is een groot maatschappelijk probleem. Maar liefst 73% van alle vrouwen en 23% van alle mannen in Nederland heeft ermee te maken gehad, blijkt uit de Publieksmonitor Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag 2023 van het Nationaal actieprogramma seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. Ook op de werkvloer komt seksueel grensoverschrijdend gedrag veelvuldig voor. In de praktijk hebben veel werkgevers er moeite mee om hun meldproces op orde te krijgen en meldingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag zorgvuldig af te handelen. Regeringscommissaris Hamer heeft nu een handreiking gepubliceerd om organisaties te helpen bij het opvolgen van meldingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Deze kan ook de OR goed gebruiken om hierover met de bestuurder in gesprek te gaan.
Niets doen is geen optie bij een melding van seksueel grensoverschrijdend gedrag
De handreiking (pdf) beschrijft vier fasen. Allereerst moet de organisatie ervoor zorgen dat zij is voorbereid op een melding. De werkgever moet beleid opstellen om seksueel grensoverschrijdend gedrag te voorkomen. Denk aan het aanstellen van een vertrouwenspersoon en het invoeren van een gedragscode (tool), meldprocedure en klachtenregeling (tool). Ook moet de organisatie weten hoe zij moet handelen als er een melding van ongewenst gedrag binnenkomt. Niets doen is geen optie. De werkgever is wettelijk verplicht om de melding serieus in behandeling te nemen. Het instellen van een onderzoek ligt misschien voor de hand, maar vaak is het gesprek aangaan met de betrokkenen of bijvoorbeeld mediation een prettiger manier om tot een oplossing te komen. Vervolgens moet de organisatie zorgen voor een zorgvuldige afhandeling van de melding. Hierbij is een goede onderlinge communicatie van belang. Na afronding van het meldproces volgt de evaluatie. Dit is een leermoment voor de organisatie: had de gekozen aanpak het gewenste effect en wat kan de organisatie in het vervolg beter doen? De organisatie doet er goed aan het beleid waar nodig aan te passen. Zorg ook achteraf voor een goede begeleiding van de betrokkenen in de organisatie.
Handvatten voor de OR om ongewenst gedrag op de agenda te zetten bij de bestuurder
De OR kan een actieve rol spelen in het tegengaan van seksuele intimidatie en andere vormen van ongewenst gedrag. De handreiking biedt de OR genoeg handvatten om met de bestuurder in gesprek te gaan over hoe de organisatie omgaat met (meldingen van) seksueel grensoverschrijdend gedrag. De OR kan er bij de bestuurder op aandringen dat hij zorgt voor een veilige en open werkcultuur (artikel), zodat werknemers zich vrij voelen om aan de bel te trekken als collega’s over de schreef gaan. Ook moet de bestuurder ervoor zorgen dat de protocollen bekend en vindbaar zijn voor werknemers, bijvoorbeeld via intranet, brochures of apps. Heldere communicatie en het bespreekbaar maken van ongewenst gedrag binnen de organisatie zijn dus belangrijke randvoorwaarden. Daarnaast is het zaak dat leidinggevenden alert zijn op signalen en weten hoe zij moeten handelen bij (een melding van) ongewenst gedrag. Bedenk ook dat lang niet alle slachtoffers melding maken van hun klachten, dus mogelijk is een (anonieme) melding slechts het topje van de ijsberg en is er in de organisatie meer aan de hand. De OR kan er bij de bestuurder voor pleiten dat hij een vinger aan de pols houdt en bijvoorbeeld in een medewerkerstevredenheidsonderzoek (tool) specifiek vraagt naar ervaringen van werknemers met ongewenst gedrag op de werkvloer.