U bent hier

OR & Medezeggenschap
Verplichte vertrouwenspersoon weer stapje dichterbij

Verplichte vertrouwenspersoon weer stapje dichterbij

Een meerderheid van de Tweede Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel dat werkgevers verplicht om een vertrouwenspersoon aan te stellen. Een aangenomen amendement bepaalt dat deze verplichting niet geldt voor organisaties met minder dan 10 werknemers.

Het initiatiefwetsvoorstel van Tweede Kamerlid Maatoug (GroenLinks) wijzigt de Arbowet en heeft als doel om ongewenst gedrag op de werkvloer terug te dringen en een veilige werkomgeving te creëren. Hiervoor krijgen werknemers een wettelijk recht op toegang tot een vertrouwenspersoon. Ook versterkt het wetsvoorstel de positie van de vertrouwenspersoon in de organisatie.

Vertrouwenspersoon krijgt ontslagbescherming

Werkgevers zullen een aantal maatregelen en voorzieningen moeten treffen om de aanstelling van een vertrouwenspersoon mogelijk te maken. Zo moeten ze de functie van vertrouwenspersoon onder de aandacht brengen bij de werknemers en geïnteresseerde en geschikte kandidaten hiervoor opleiden. Werkgevers kunnen ook voldoen aan hun verplichting door een externe vertrouwenspersoon (artikel) in de arm te nemen, al dan niet via een branchevereniging of arbodienst. De ondernemingsraad (OR) en personeelsvertegenwoordiging (PVT) hebben instemmingsrecht bij de aanstelling van een vertrouwenspersoon.
Het wetsvoorstel regelt ook dat vertrouwenspersonen dezelfde wettelijke (ontslag)bescherming krijgen als bijvoorbeeld leden van de medezeggenschap en de preventiemedewerker. Dit moet de onafhankelijke positie van een vertrouwenspersoon in de organisatie versterken.

Vertrouwenspersoon hoeft niet proactief te handelen

Het oorspronkelijke wetsvoorstel bevatte een verplichtstelling van een vertrouwenspersoon voor álle werkgevers. Omdat dit vooral voor kleinere organisaties zou leiden tot een verhoging van de administratieve en financiële lasten, is er een amendement aangenomen dat regelt dat werkgevers met minder dan 10 werknemers uitgezonderd zijn van de verplichting. Bij de evaluatie van de wet (vijf jaar na inwerkingtreding­) wordt gekeken of het alsnog nodig is dat ook deze werkgevers een vertrouwenspersoon moeten hebben.
Verder verduidelijkt het amendement dat een externe vertrouwenspersoon niet proactief hoeft te handelen; actie is alleen nodig naar aanleiding van meldingen of op verzoek van de werkgever. Wel moet de werkgever in het geval van een externe vertrouwenspersoon duidelijk maken aan de werknemers – maar bijvoorbeeld ook aan vrijwilligers en stagiairs – wie de vertrouwenspersoon is of welke organisatie deze taak vervult en hoe deze te bereiken is.

Gefaseerde toepassing van wet is mogelijk

Het wetsvoorstel gaat nu naar de Eerste Kamer. Het is nog niet bekend wanneer de wet in moet gaan. Wel maakte een eerdere nota van wijziging duidelijk dat een gefaseerde toepassing van de wet mogelijk is, waardoor kleinere organisaties meer tijd krijgen om de aanstelling van een vertrouwenspersoon (tool) goed te regelen. Aan welke (kwaliteits)eisen een vertrouwenspersoon precies moet voldoen, wordt nog in lagere regelgeving uitgewerkt.

Wilt u de voortgang van een wetsvoorstel bijhouden? Controleer dan regelmatig dit overzicht van voorstellen voor wetten en regelingen op het gebied van personeel en arbeid (account nodig).