Levenslange gezondheidsschade door trillingen in werk
Volgens TNO is het risico van trillingen de afgelopen 15 jaar nauwelijks afgenomen. En dat is zorgwekkend, want trillingen tijdens werkzaamheden kunnen leiden tot blijvende schade aan de gezondheid. Hoewel het risico lastig te meten is, moet de werkgever maatregelen nemen.
Trillingen ontstaan door voer- en werktuigen, machines en apparaten. De risico’s spelen vooral bij besturing van zware voer- en werktuigen zoals (vracht)auto’s, bussen, tractoren, shovels of heftrucks. Die geven trillingen op het hele lichaam, wat kan leiden tot desoriëntatie, duizeligheid, zicht- en spraakproblemen en rugklachten. Maar ook aangedreven handgereedschap veroorzaakt trillingen die tintelingen, gevoelloosheid en pijnscheuten in hand en arm tot gevolg kunnen hebben. Na verloop van tijd ontstaat er onherstelbare schade aan botten en gewrichten (vroege artrose), zenuwschade en vernauwing van bloedvaten. Dan is er sprake van een beroepsziekte.
Trillingen vergelijkbaar met gevaarlijke stoffen
Voor het nemen van maatregelen om het risico van trillingen te vermijden of beperken, kan de werkgever een arbeidshygiënist inschakelen. Trillingen zijn als gevaarlijke stoffen: er bestaat geen volledig gezonde werksituatie. In artikel 6.11a van het Arbobesluit is de ondergrens aangegeven voor situaties waarin maatregelen nodig zijn. Aan de ene kant gaat dat over grenswaarden: overschrijding is verboden en de werkgever moet acuut maatregelen nemen als dit dreigt te gebeuren. Hij moet dan de blootstelling verminderen. Ook zijn er actiewaarden: de werkgever moet met spoed reageren. Een arbeidshygiënist kan metingen uitvoeren om deze waarden te bepalen. Het risico van trillingen hoort in de RI&E en maatregelen om dit te verkleinen in het plan van aanpak (tool).