Einde betalingsregeling fiscus dreigt voor wanbetalers
Ondernemers die achterlopen met het betalen van uitgestelde belastingschulden hebben nog maar héél even de tijd om zich van hun goede kant te laten zien. Vanaf medio juni zal de Belastingdienst namelijk de betalingsregeling van wanbetalende ondernemers gaan beëindigen. Ondernemers kunnen dat nog voorkomen door snel in actie te komen.
Het Nederlandse bedrijfsleven heeft tijdens de coronacrisis volop gebruikgemaakt van de mogelijkheid om de belastingbetaling uit te stellen. De uitgestelde rekening is uiteindelijk opgelopen tot een slordige € 20 miljard. Maar van afstel is geen sprake: sinds 1 oktober 2022 moeten ondernemers verplicht aflossen op de schuld.
Ruim 60.000 ondernemers hebben nog niets afgelost
In principe hebben ondernemers 5 jaar de tijd om de schuld terug te betalen. En in het algemeen gaat dat ook best goed, blijkt uit een nieuw overzicht van het ministerie van Financiën. Ruim 26.000 ondernemers hadden op de peildatum 24 april 2023 al hun volledige schuld terugbetaald. Verder betalen ruim 140.500 ondernemers de aflossingstermijnen keurig op tijd. Beide groepen zijn groter dan bij de peiling van eind februari.
De zorgen van Financiën zitten bij de groep van 96.850 ondernemers (dit waren er eind februari ruim 103.500) die een betalingsachterstand hebben. Van deze groep hebben 60.344 ondernemingen nog helemaal geen aflossing gedaan sinds 1 oktober 2022. Of dit ondernemers zijn die niet kunnen of niet willen betalen, weet Financiën niet. Wél dat van de ruim 60.000 ondernemers die nog niets hebben afgelost er 25.000 een schuld van minder dan € 5.000 hebben.
Intrekking betalingsregeling in fases vanaf 13 juni
Bij een betalingsachterstand mag de fiscus wettelijk de regeling beëindigen. Daar treft de dienst dan ook voorbereidingen voor. Vanaf 13 juni start de Belastingdienst met het in fases intrekken van de betalingsregelingen. Vervolgens zal de fiscus de openstaande schuld zo nodig via dwanginvordering (artikel) gaan innen. Volgens staatssecretaris Van Rij gaat het hierbij in eerste instantie om ondernemingen die meer dan één termijn achterlopen bij het aflossen van de uitgestelde belastingschuld en/of een achterstand van meerdere tijdvakken/belastingen bij het voldoen aan lopende belastingverplichtingen. De intrekking van de betalingsregeling kan eventueel ook ongedaan worden gemaakt, aldus Van Rij. De ondernemer moet dan wel snel contact opnemen met de Belastingdienst en vervolgens de openstaande schuld binnen 14 dagen in één keer voldoen.
Hulp voor ondernemer met betalingsproblemen
Van Rij benadrukt in zijn brief (pdf) nog eens dat een algemene kwijtschelding van de schulden niet aan de orde is. Ondernemers die niet wilden betalen maar het wel kúnnen roept de bewindsman daarom ‘met klem’ op om alsnog af te lossen. Daarnaast kunnen ondernemers met betalingsproblemen verschillende hulplijnen inschakelen, aldus de brief:
- Aanpassingen aanvragen in de betalingsregeling: een kwartaalbetaling in plaats van een betaling per maand, een eenmalige betaalpauze of een verlenging van de terugbetaaltermijn van 5 jaar naar 7 jaar. Dit kan via een online formulier of met een brief. Voorwaarde is wel dat de ondernemer sinds 1 april 2022 steeds aan nieuwe belastingverplichtingen heeft voldaan.
- Bij betalingsproblemen proberen om een akkoord over schuldsanering te bereiken met schuldeisers, al dan niet via de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA). De Belastingdienst stelt zich als schuldeisers sinds oktober vorig jaar soepeler op (artikel) bij dit soort saneringsakkoorden, in de hoop dat andere schuldeisers eerder akkoord gaan.
- Via de BelastingTelefoon een afspraak maken op een locatie van de Belastingdienst voor een gesprek over de persoonlijke situatie. Van Rij merkt daarbij op dat de fiscus dan uiteraard wel een advies geeft over belastingzaken, maar ‘niet de expertise noch de taak’ heeft om te adviseren over het op orde brengen van de boekhouding, een nieuw bedrijfsplan op te stellen of te begeleiden bij schuldhulpverlening. Om die reden zal de fiscus de ondernemer vaak ook doorverwijzen naar bijvoorbeeld de Kamer van Koophandel, Geldfit Zakelijk of de gemeente.