OR heeft adviesrecht bij nieuwe bestuurder
Veel OR-leden weten niet dat de OR ook voor de benoeming van een nieuwe bestuurder om advies moet worden gevraagd. Toch is dit wel degelijk het geval. Vindt er een wisseling van de wacht plaats, dan is het dus zaak dat de OR gebruikmaakt van dit adviesrecht uit artikel 30 WOR. De OR heeft immers veel te maken met de (nieuwe) bestuurder en ook de achterban heeft alle belang bij een zorgvuldige en passende keuze.
Zowel bestuurder als OR-leden weten vaak niet dat de OR om advies moet worden gevraagd bij de benoeming van een nieuwe bestuurder. Hierdoor komt het in de praktijk vaak voor dat de OR niet wordt betrokken bij de benoeming. De OR heeft er echter alle belang bij om invloed uit te oefenen op de keuze voor een nieuwe bestuurder. De bestuurder is immers zeer bepalend voor het beleid van de organisatie en de uitvoering daarvan. Het adviesrecht voor de benoeming van de nieuwe bestuurder staat echter niet in artikel 25 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR).
OR moet advies kunnen uitbrengen
Dat de ondernemer de OR moet vragen om advies over de benoeming of het ontslag van een nieuwe bestuurder, is vastgelegd in artikel 30 WOR. Dit betekent dat de OR een rol kan spelen bij het sollicitatieproces, maar bijvoorbeeld ook bij de keuze tussen enkele daaruit overgebleven kandidaten. De invulling van het adviesrecht bij de benoeming maakt een groot verschil in de mate van invloed die de OR kan uitoefenen op de keuze voor een nieuwe bestuurder.
OR kan invloed op keuze vergroten
Ook artikel 30 WOR stelt dat de ondernemer de OR op een zodanig tijdstip om advies moet vragen dat de OR nog wezenlijke invloed kan uitoefenen op het te nemen besluit. Het is verstandig om ervoor te zorgen dat de OR op tijd een oordeel kan vormen over het besluit. Zo kan de OR de ondernemer tijdens de sollicitatieprocedure alvast vragen om een cv van de mogelijke kanshebbers voor de functie. Ook kan de OR zelf een profiel opstellen met de wensen die de OR heeft met betrekking tot de nieuwe bestuurder. Dit kan de ondernemer dan meenemen in zijn uiteindelijke beslissing. Bij een minimale invulling van de adviesprocedure formuleert de ondernemer zijn voorgenomen besluit en legt dit voor aan de OR. Dat is erg laat in het proces. Daarmee is de kans dat de OR daadwerkelijk invloed kan uitoefenen op de uiteindelijke keuze dus een stuk kleiner.