Nog wel opbouw oudedagsreserve bij gebroken boekjaar?

Sinds de start van dit jaar mogen ondernemers voor de inkomstenbelasting geen geld meer toevoegen aan hun oudedagsreserve. Maar hoe werkt dat uit met een gebroken boekjaar dat eindigt in 2023? Daarover heeft de Belastingdienst een standpunt ingenomen.

Tot dit jaar hadden ondernemers voor de inkomstenbelasting, zoals zzp’ers, de mogelijkheid om een deel van de winst in een oudedagsreserve te stoppen. De reserve kunnen zij dan inzetten om bijvoorbeeld een lijfrente (artikel) aan te kopen voor hun pensioenvoorziening.

Kennisgroepen bepalen standpunt Belastingdienst

Het kabinet heeft echter een streep gezet door verdere opbouw van de oudedagsreserve. Daardoor is het met ingang van 2023 niet meer mogelijk om te doteren aan deze reserve. Wel mogen bestaande reserves volgens de oorspronkelijke regels worden afgewikkeld.
Het verbod op verdere opbouw roept de vraag op hoe het werkt voor de ondernemers die een gebroken boekjaar hanteren. Hun boekjaar loopt immers nog door in 2023. Over dat vraagstuk heeft een kennisgroep van de Belastingdienst een standpunt ingenomen, dat is gepubliceerd op de website waar dergelijke standpunten sinds 1 april 2023 in de openbaarheid komen. Belastingplichtigen kunnen daar nagaan hoe de fiscus over bepaalde (specifieke) vragen denkt.

Doteren aan oudedagsreserve in 2023

In het standpunt buigt de kennisgroep zich over vijf situaties. In alle situaties blijkt het mogelijk om in 2023 nog te doteren aan de oudedagsreserve:

• Boekjaar van 1 april 2022 t/m 31 maart 2023: doteren kan over het volledige gebroken boekjaar.
• Twee ondernemingen, één met boekjaar van 1 januari 2023 t/m 31 december 2023 en één met boekjaar van 1 april 2022 t/m 31 maart 2023: doteren mag alleen voor de onderneming met het gebroken boekjaar.
• Boekjaar van 1 mei 2022 t/m 31 oktober 2023 (een zogeheten lang boekjaar): op basis van de wet wordt dit lange boekjaar niet gesplitst. Doteren kan daarom in 2023 over het volledige lange boekjaar.
• Boekjaar van 1 mei 2021 t/m 31 januari 2023 (lang boekjaar): wettelijk wordt dit lange boekjaar gesplitst in een eerste boekjaar van 1 mei 2021 t/m 30 april 2022 en een tweede boekjaar van 1 mei 2022 t/m 31 januari 2023. Doteren is mogelijk voor beide gebroken boekjaren.
• Boekjaar van 1 mei 2022 t/m 31 januari 2024 (lang boekjaar): dit lange boekjaar wordt gesplitst in een eerste boekjaar van 1 mei 2022 t/m 30 april 2023 en een tweede boekjaar van 1 mei 2023 t/m 31 januari 2024. Doteren is alleen mogelijk voor het gebroken boekjaar dat eindigt in 2023.