Toegang tot bedrijfsarts is niet altijd goed geregeld
Werknemers moeten de mogelijkheid krijgen om een bedrijfsarts te raadplegen, maar niet voor elke werknemer is dit goed geregeld. Bovendien blijkt dat veel werknemers niet weten wat er mogelijk is. Bedrijfsartsen roepen werkgevers op hier werk van te maken.
Onlangs kwamen de resultaten naar buiten van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA), een jaarlijks onderzoek van TNO en het CBS, in samenwerking met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Aan de NEA 2022 namen ruim 60.000 werknemers deel. Een deel daarvan kreeg de vraag of er een mogelijkheid was om een bedrijfsarts te raadplegen. 63,6% gaf een bevestigend antwoord, 25,9% had geen idee en 10,5% stelde geen toegang te hebben tot een bedrijfsarts. Dit laatste is in strijd met de wet. Sinds 1 juli 2017 bepaalt de Arbowet dat werknemers een spreekuur van de bedrijfsarts moeten kunnen bezoeken, zonder akkoord van de werkgever. Ook bestaat er sindsdien een recht op een second opinion van een andere bedrijfsarts (infographic).
Belang van preventieve taak bedrijfsarts neemt toe
Dat elke werknemer de bedrijfsarts moet kunnen consulteren en ‘doeltreffende toegang’ tot deze arts moet hebben, moet bijdragen aan het voorkomen van gezondheidsproblemen en verzuim. Het baart bedrijfsartsen zorgen dat dit niet altijd goed geregeld is. De Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) stipt aan dat er bij een vergelijking van opeenvolgende NEA-edities sinds 2017 vrijwel geen verandering te zien is in het percentage werknemers dat toegang heeft tot de bedrijfsarts. En dat terwijl het belang van preventieve adviezen (artikel) alleen maar toeneemt door de verhoogde druk op werkenden. De verschillen tussen sectoren zijn wel groot: slechts 26,8% van de werknemers in de horeca weet dat er toegang is tot een bedrijfsarts, tegenover 88,1% van de werknemers in de sector bestuur.
Contractuele afspraken over toegang tot bedrijfsarts
De NVAB ziet vooral een taak weggelegd voor arbodiensten en werkgevers. Het is aan hen om goede afspraken te maken over de toegang tot de bedrijfsarts. Dit moet gebeuren in het verplichte basiscontract (tool). Werkgevers zouden moeten bedenken hoe ze werknemers ervan bewust maken dat zij zelf de bedrijfsarts kunnen benaderen, ook voor preventieve adviezen (én op kosten van de zaak). Nog een stapje verder gaat dat de werkgever het zo organiseert dat werknemers daadwerkelijk de mogelijkheid benutten en dat hij het beleid evalueert.
Een aandachtspunt hierbij is dat niet iedereen de bedrijfsarts vertrouwt. In de NEA 2022 vinkte 33,5% van de werknemers aan ooit contact te hebben gehad met de bedrijfsarts. Van die groep heeft 57,7% (veel) vertrouwen in de bedrijfsarts.