Rol OR bij beleid extreme weersomstandigheden
Deskundigen voorspellen dat de klimaatveranderingen steeds vaker zullen leiden tot extreme weersomstandigheden. Dat vergroot het risico op arbeidsongevallen. Veilig werken bij extreem weer is daarom ook voor de OR een steeds belangrijker onderwerp.
Werkgevers moeten ervoor zorgen dat werknemers hun werk veilig en onder goede arbeidsomstandigheden kunnen uitvoeren. Dat geldt ook in situaties met (extreme) weersomstandigheden zoals sneeuw, hitte, kou, hoog water, storm, regen, wind en onweer. Extreme weersomstandigheden kunnen leiden tot onveilige situaties, waardoor de kans op een arbeidsongeval toeneemt. Werkgevers moeten dat risico zoveel mogelijk beperken door de nodige maatregelen te nemen. Daarbij speelt ook de OR een rol.
Instemming OR vereist bij invoering maatregelen extreem weer
De OR moet bevorderen dat de bestuurder zorgt voor gezonde en veilige arbeidsomstandigheden (artikel 28, lid 1 WOR). Heeft de bestuurder het voornemen om een regeling rond arbeidsomstandigheden aan te passen, in te voeren of af te schaffen, dan moet hij de OR daarvoor bovendien eerst om instemming vragen (artikel 27, lid 1d WOR). Dat instemmingsrecht geldt ook als de bestuurder de risico’s bij werken onder extreme weersomstandigheden opneemt in de RI&E en het plan van aanpak.
OR kan bestuurder ongevraagd adviseren over maatregelen bij extreem weer
Signaleert de OR dat het arbeidsomstandighedenbeleid niet voldoende aansluit op de praktijk en verbetering nodig heeft, dan kan de OR de bestuurder ook ongevraagd adviseren over concrete aanpassingen op basis van het initiatiefrecht (artikel 23 WOR). De toolbox Veilig werken bij extreem weer regelt u in zes stappen helpt zowel de bestuurder als de OR om de juiste arbomaatregelen te treffen.