U bent hier

OR & Medezeggenschap
Bestuurder mag OR niet ontbinden

Bestuurder mag OR niet ontbinden

Als een organisatie de grens van 50 werknemers overschrijdt, is de bestuurder verplicht om een OR in te stellen. Naarmate de organisatie groeit, neemt ook het aantal leden toe in de raad. Dat staat in de Wet op de ondernemingsraden (WOR). Maar wat als het personeelsbestand weer krimpt tot minder dan 50 werknemers? Mag de bestuurder de OR dan zomaar opheffen?

Zodra een organisatie – om welke reden dan ook – onder de grens komt van 50 werknemers, dan vervalt volgens de Wet op de ondernemingsraden (WOR) de verplichting tot een ondernemingsraad (OR), tenzij de cao of eerder gemaakte afspraak anders bepaalt. Maar dat betekent nog niet dat de bestuurder dan de OR per direct mag ontbinden. De raad mag namelijk gewoon doorwerken tot het einde van de zittingstermijn. Telt het personeelsbestand tegen het einde van de zittingsperiode nog steeds minder dan 50 werknemers, dan houdt de OR van rechtswege op te bestaan – tenzij dan al bekend is dat het personeelsbestand snel weer boven die grens zal komen. De bestuurder kan er overigens ook altijd voor kiezen om de OR vrijwillig in stand te houden.

Personeelsbestand bepaalt aantal zetels

Een ondernemingsraad zal ook niet vanzelf ontstaan op het moment dat er structureel 50 of meer werknemers in dienst zijn bij de organisatie. De ondernemer (lees: bestuurder) moet dan zelf  in actie komen en voorbereidingen treffen voor een eerste OR.
Het oprichten van een OR vergt nogal wat organisatie (toolbox). Voordat de bestuurder een OR instelt, moet er eerst een voorlopig OR-reglement worden opgesteld. Hiervoor wordt meestal een een instellingscommissie, die bestaat uit een groepje werknemers, opgericht. Is er echter al een personeelsvertegenwoordiging (PVT) aanwezig op het moment dat de grens van 50 werknemers wordt overschreden, dan kan de PVT zelf de voorbereidingen treffen voor het instellen van een OR.