Drietal conceptbesluiten bij Wet toekomst pensioenen
Op dit moment ligt het voorstel voor de Wet toekomst pensioenen ter behandeling bij de Eerste Kamer. Bij dit wetsvoorstel horen diverse besluiten waarin nadere regels zijn vastgelegd. De Tweede en Eerste Kamer ontvingen onlangs drie conceptbesluiten die horen bij het wetsvoorstel.
Het is de bedoeling dat per 1 juli 2023 de Wet toekomst pensioenen in werking treedt. Alle bestaande pensioenregelingen waarin op 1 juli 2023 pensioen wordt opgebouwd, moeten worden omgezet naar een leeftijdsonafhankelijke premieregeling. Om werkgevers de tijd te geven om de benodigde aanpassingen te doen, is er een transitiefase (artikel) die loopt van 1 juli 2023 tot 1 januari 2027. Minister Schouten van Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen stuurde onlangs de memorie van antwoord (pdf) bij het wetsvoorstel naar de Eerste Kamer, waarin ze onder meer aangeeft op dit moment de einddatum van de transitiefase niet te verlengen. De transitie wordt de komende jaren wel intensief gemonitord.
Ontwerpbesluit toekomst pensioenen
De minister stuurde ook drie conceptbesluiten naar de Tweede en Eerste Kamer. In het eerste ontwerpbesluit, het besluit toekomst pensioenen, zijn regels vastgelegd die onder meer betrekking hebben op het wettelijk kader voor pensioenovereenkomsten, de waarborgen voor een evenwichtige transitie en het fiscale kader voor pensioenovereenkomsten. Het besluit richt zich vooral op pensioenuitvoerders en toezichthouders.
Ontwerpbesluit experimenten pensioenregeling voor zelfstandigen
Het tweede ontwerpbesluit geeft ruimte voor experimenten met pensioenopbouw door zelfstandigen in de tweede pijler. Pensioenuitvoerders kunnen pensioenregelingen in de tweede pijler (aanvullend pensioen) openstellen waar zelfstandigen zich vrijwillig bij kunnen aansluiten. In dit besluit is het een en ander daarover geregeld, bijvoorbeeld over de wijze waarop een pensioenregeling voor zelfstandigen in de tweede pijler tot stand komt en de keuze die zelfstandigen als deelnemers hebben over hun opbouwde pensioenvermogen als de experimenteerwetgeving niet leidt tot structurele wetgeving.
Ontwerpbesluit wijziging regeling nettopensioen
De wijzigingen voor de regels voor uitvoering van regelingen voor nettopensioen door pensioenfondsen staan in het derde ontwerpbesluit. Nettopensioen is pensioen bij een pensioengevend loon boven de grens van € 128.810 (bedrag 2023). Een pensioenfonds moet nettopensioen als een vrijwillige pensioenregeling uitvoeren en moet het geld van de basispensioenregeling en de nettoregeling voldoende scheiden. Dit besluit regelt dat de pensioenfondsen dat ook onder de nieuwe Wet toekomst pensioenen blijven doen.