Op kantoor werken voor binding
Veel organisaties werken hybride, waarbij werknemers enkele dagen op kantoor zijn en de rest van de tijd thuiswerken. De dagen op kantoor zijn vaak bedoeld om collega’s in het echt te zien en te spreken.
Dit blijkt uit onderzoek van Center for Buildings and People. De meeste werknemers komen niet alleen naar kantoor om te werken, maar ook om contact te hebben met anderen. Op kantoor is het makkelijker om een praatje te maken, zoals het bekende gesprek bij de koffieautomaat, en om even langs iemands bureau te lopen. Nadeel van dit sociale aspect – ook als de gesprekken alleen zakelijk zijn – is dat werknemers op de werkvloer sneller afgeleid zijn en zich minder kunnen concentreren op hun werkzaamheden.
Opstellen van goed werkend beleid
Voor de binding tussen werknemers is het noodzakelijk dat werknemers enkele dagen op kantoor zijn. Bijkomend probleem is dat werknemers sneller geneigd zijn om ook vanuit huis te werken als er geen andere collega’s naar kantoor gaan. Hierbij is het van belang om goed beleid voor hybride werken (artikel) op te stellen. In het beleid kan onder andere staan hoeveel dagen werknemers verplicht zijn om naar kantoor te komen. Ook kunnen leidinggevenden zelf afspraken maken met hun teams om gezamenlijk op kantoor te zijn. De sociale commissie (of activiteitencommissie) kan een rol spelen om werknemers betrokken te houden bij de organisatie én bij elkaar door activiteiten te organiseren.
Voldoende plekken om te werken
De dagen waarop veel werknemers op kantoor zijn, zijn vaak druk. Behalve dat werknemers anderen willen zien en spreken, moeten ze ook zonder afleiding kunnen werken. Zo moeten er voldoende werkplekken en ruimtes beschikbaar zijn om te vergaderen (tool), een online meeting te houden en om geconcentreerd te kunnen werken. Als deze ruimtes niet beschikbaar zijn, zullen werknemers – bij organisaties zonder beleid – toch nog de voorkeur geven aan thuiswerken.