Belangrijke rol omstanders bij grensoverschrijdend gedrag
Bij de aanpak van seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld spelen omstanders een belangrijke rol. In het actieplan van de overheid gaat daar dan ook veel aandacht naartoe. Het moet normaal worden elkaar aan te spreken op ongewenst gedrag, ook op het werk.
Omstanders van ongewenst gedrag spelen een grote rol bij het in stand houden van ongewenst gedrag. Een omstander is iemand die getuige is van grensoverschrijdend gedrag, maar hierbij zelf niet direct betrokken is. Als een werknemer wordt gepest en collega’s die dit zien of horen, treden hier niet tegen op, dan legitimeren ze daarmee als het ware het pesten. De dader voelt zich veilig en kan zijn gedrag voortzetten. Dat omstanders niets doen heeft verschillende redenen; vaak zijn ze bang, om zelf slachtoffer te worden of voor verlies van hun baan, of ze weten niet wat ze moeten doen. Hierbij speelt ook het omstanderseffect: hoe meer omstanders er zijn, hoe minder groot de kans dat iemand ingrijpt.
Bewustzijn ongewenst gedrag vergroten
Om te bereiken dat mensen elkaar aanspreken op ongewenst gedrag, moet eerst een veilige omgangscultuur gecreëerd worden. Dit is een cultuur waarin (seksueel) grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld snel gesignaleerd en voorkomen worden. Hiervoor moeten werknemers zich bewust zijn van wat gewenst en ongewenst gedrag is. Dat omstanders niet ingrijpen komt soms ook doordat ze het gedrag niet als grensoverschrijdend herkennen. Kennis en voorlichting moeten dit veranderen. Bespreek met elkaar wat gewenst gedrag is, waar de grenzen liggen en hoe je elkaar aanspreekt als deze grenzen overschreden (dreigen te) worden. Dit kun je ook vastleggen in een gedragscode.
Arbobeleid risico’s ongewenst gedrag
In de huidige Arbowet en het Arbobesluit staan al verplichtingen voor de werkgever om een arbobeleid te voeren gericht op het voorkomen of beperken van psychosociale arbeidsbelasting (PSA). Onder PSA vallen agressie en geweld, discriminatie, (seksuele) intimidatie, pesten en werkdruk. De eerste vier worden samengevat met ongewenst gedrag. Werkgevers moeten de risico’s van PSA opnemen in de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) en maatregelen in het plan van aanpak.