VZR: kilometervergoeding van € 0,21 nog steeds te laag
De gericht vrijgestelde kilometervergoeding is per 1 januari 2023 gestegen van € 0,19 naar € 0,21. Maar volgens Vereniging Zakelijke Rijders (VZR) is dat bedrag onvoldoende voor de werknemer om de kosten te dekken voor het gebruik van de eigen auto.
De werkgever kan onder de regels van de werkkostenregeling (WKR) een onbelaste vergoeding geven voor de zakelijke kilometers die de werknemer met eigen vervoer maakt, zoals met de eigen auto. Hieronder valt ook woon-werkverkeer. Per 1 januari 2023 is het bedrag van deze gerichte vrijstelling gestegen van € 0,19 naar € 0,21 per kilometer. En per 2024 stijgt dit bedrag verder naar € 0,22.
Maar volgens Vereniging Zakelijke Rijders (VZR) zijn deze bedragen nog steeds te laag om alle kosten van het gebruik van de eigen auto te dekken. De organisatie publiceert jaarlijks bedragen voor een reële kilometervergoeding voor het gebruik van de eigen auto door de werknemer.
Kilometerbedrag hangt af van cataloguswaarde auto
Hoe hoog het normbedrag wel zou moeten zijn volgens VZR, hangt af van de cataloguswaarde van de auto. Voor auto’s met een cataloguswaarde tot € 20.000 dekt een bedrag van € 0,24 de kosten. Bij een auto uit het middensegment (tussen € 20.000 tot € 40.000) is een bedrag van € 0,31 nodig en bij auto’s boven de € 40.000 gaat het om € 0,46. VZR adviseert werkgevers om deze bedragen te gebruiken. Als een werkgever dat doet, moet hij er wel mee rekening houden dat de kilometervergoeding voor maximaal € 0,21 gericht is vrijgesteld. Het meerdere is loon voor de werknemer. De werkgever kan dit meerdere ook aanwijzen als eindheffingsloon ten laste van de vrije ruimte. Hij moet dan wel rekening houden met de gebruikelijkheidstoets (infographic).