Eerste Kamer akkoord met Wet bescherming klokkenluiders
De Eerste Kamer gaat akkoord met het voorstel voor de Wet bescherming klokkenluiders, dat de Wet Huis voor klokkenluiders vervangt. Gevolg is onder meer dat er strengere eisen gaan gelden voor een interne meldprocedure voor (vermoedens van) misstanden.
Eind 2022 stemde de Tweede Kamer al in met het wetsvoorstel dat melders van misstanden binnen organisaties (klokkenluiders) beter moet beschermen. Het wetsvoorstel wordt dinsdag 24 januari afgedaan als hamerstuk in de Eerste Kamer. Eén van de gevolgen van deze ‘aanvaarding zonder stemming’ is dat er strengere eisen gaan gelden voor de interne meldprocedures. Zo moeten werkgevers die verplicht zijn een interne meldprocedure te hebben, vastleggen op welke manier een melding kan worden gedaan en tijdig actie ondernemen na een melding; de melder moet binnen zeven dagen een ontvangstbevestiging en binnen drie maanden informatie over de beoordeling en eventuele opvolging van zijn melding krijgen. Ook moeten werkgevers meldingen registreren in een speciaal register.
Zwijgbedingen zijn nietig
Verder heeft de wet onder meer de volgende gevolgen:
- De ondergrens voor het verplicht instellen van een interne meldprocedure voor misstanden (50 werknemers of meer) blijft ongewijzigd. Wel wordt er aan het begrip 'werknemer' een zogenoemde vergoedingsplicht verbonden. Dat betekent dat stagiairs en vrijwilligers alleen nog maar tot werknemers worden gerekend als zij een vergoeding voor hun werkzaamheden ontvangen. Hierdoor wordt de ondergrens van 50 werknemers mogelijk minder snel gehaald.
- Iedereen die met de organisatie te maken heeft, kan een vermeende misstand melden. Dus ook bijvoorbeeld sollicitanten, vrijwilligers, zzp’ers en aandeelhouders.
- De bewijslast bij vermeende benadeling na een melding verschuift naar de werkgever. Hij moet dus aantonen dat de mogelijke benadeling (zoals het niet verlengen van het contract van een klokkenluider) geen verband houdt met de melding.
- Er komt een specifiek verbod op zwijgbedingen voor klokkenluiders. Is er toch zo’n beding, dan is dit nietig.
- Klokkenluiders hoeven een misstand niet langer eerst intern te melden. Zij kunnen dit ook direct melden bij bevoegde autoriteiten, zoals het Huis voor klokkenluiders, de Autoriteit persoonsgegevens of de Autoriteit Financiële Markten. Deze instanties moeten ook bescherming bieden aan de klokkenluider bij een melding van een dreigende misstand.
Rol van de ondernemingsraad
De ondernemingsraad (OR) heeft instemmingsrecht bij de invoering, wijziging of intrekking van een klokkenluidersregeling. Heeft een organisatie geen interne meldprocedure (terwijl dit wel moet) of voldoet deze niet aan de wettelijke eisen, dan kan de OR (en iedere belanghebbende werknemer) de kantonrechter verzoeken om een termijn te bepalen waarbinnen de werkgever alsnog moet voldoen aan zijn verplichtingen. Voor werkgevers die niet verplicht zijn om een OR in te stellen (artikel), geldt dat zij instemming moeten hebben van de meerderheid van de werknemers bij de vaststelling van de – in dat geval vrijwillige – interne meldprocedure. Die verplichting geldt niet als de meldprocedure is geregeld bij cao.
Wanneer het wetsvoorstel exact in werking treedt, is nog niet bekend. Wel is het zeker dat organisaties met 50 tot 249 werknemers tot 17 december de tijd hebben voor het aanpassen of inrichten van de interne meldprocedure. Ook volgt al dit jaar een tussentijdse evaluatie en een nieuw wetsvoorstel, waarin onder meer een concreet voorstel komt voor de instelling van een fonds voor de juridische en psychosociale ondersteuning van klokkenluiders.
Wilt u de voortgang van het wetsvoorstel bijhouden? Controleer dan regelmatig dit overzicht van voorstellen voor wetten en regelingen op het gebied van personeel en arbeid (account benodigd).