Publicatie ontwerpbesluit bij invoering minimumuurloon
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft het ontwerpbesluit dat hoort bij de invoering van het wettelijke minimumuurloon naar de Tweede en Eerste Kamer gestuurd. Het is de bedoeling dat het minimumuurloon per 1 januari 2024 wordt geïntroduceerd.
Lees ook het nieuwsartikel Eerste Kamer akkoord met minimumloon per uur
Na de eerdere internetconsultatie heeft minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het ontwerpbesluit (pdf) voor de uitvoering van de Wet invoering minimumuurloon aan beide Kamers gestuurd. De Kamers kunnen zich nu buigen over het ontwerpbesluit. Daarna wordt het aan de Raad van State voorgelegd en vastgesteld. In dit ontwerpbesluit worden technische wijzigingen doorgevoerd in 17 algemene maatregelen van bestuur (amvb’s) die samenhangen met het wetsvoorstel. Dit wetsvoorstel is in juni vorig jaar aangenomen door de Tweede Kamer en ligt nu bij de Eerste Kamer.
Normale arbeidsduur wordt 36 uur per week
Het minimumloon dat iemand per uur verdient, is niet eenduidig in de wet bepaald en mede afhankelijk van de sector waarin iemand werkzaam is. Een werknemer werkzaam in een sector waarin een werkweek van 40 uur geldt, heeft daardoor nu een lager minimumuurloon dan een werknemer die werkzaam is in een sector waarin een werkweek van 36 uur normaal is. Straks is 36 uur per week de normale arbeidsduur en gaan minimumloonverdieners die meer dan 36 uur per week werken er financieel op vooruit.
Overheid moet meer gaan uitgeven aan loonkostensubsidie
In het ontwerpbesluit komt onder meer het effect op de loonkostensubsidie aan de orde. De loonkostensubsidie compenseert werkgevers voor het verschil tussen de loonwaarde van een werknemer met een arbeidsbeperking en het minimumloon. De invoering van een uurloon op basis van een werkweek van 36 uur verhoogt de arbeidskosten die werkgevers maken voor minimumloonverdieners met een werkweek van meer dan 36 uur. Dat geldt ook voor de doelgroep loonkostensubsidie. Het verschil tussen de gestegen arbeidskosten en de loonwaarde wordt daarmee groter en daarmee ook de loonkostensubsidie.