Relevante wetswijzigingen per 2023 voor de OR
Organisaties krijgen in 2023 te maken met diverse wijzigingen in de wet- en regelgeving voor personeel en arbeid. De ondernemingsraad (OR) moet goed weten om welke wijzigingen het gaat en welke gevolgen ze (kunnen) hebben voor het organisatiebeleid én de invloed van de OR hierbij.
Sinds 1 januari is nieuwe wet- en regelgeving van kracht voor personeel en arbeid. Dit jaar zijn de maatregelen onder meer gericht op het beperken van de negatieve gevolgen van de hoge inflatie. Belangrijke wijzigingen die relevant zijn voor de OR, zijn onder andere:
- Het wettelijk minimumloon gaat maar liefst 10,15% omhoog. Ter compensatie wordt het lage-inkomensvoordeel (LIV) tijdelijk verhoogd.
- De onbelaste thuiswerkvergoeding stijgt van € 2 naar € 2,15 per dag.
- De maximale onbelaste reiskostenvergoeding stijgt van € 0,19 naar € 0,21 per kilometer.
- Een hogere arbeidskorting en lagere tarieven van de inkomstenbelasting moeten werken lonender maken.
- Pensioenuitvoerders kunnen niet langer alleen bij een baanwisseling overgaan tot automatische waardeoverdracht van een klein pensioen.
- Veel pensioenfondsen zijn van plan om de pensioenen in 2023 te verhogen.
- Het kabinet is bezig met aanpassingen om de STAP-regeling effectiever te maken. Vanwege misbruik werd het eerste aanvraagtijdvlak van 2023 onlangs geschrapt. De STAP-subsidie wordt dit jaar ook bruikbaar voor erkenning van verworven competenties (EVC).
- De maximale transitievergoeding gaat omhoog naar € 89.000.
- De AOW-leeftijd stijgt naar 66 jaar en tien maanden; de pensioenrichtleeftijd blijft 68 jaar.
- De vrije ruimte van de werkkostenregeling (WKR) wordt opnieuw aangepast. De vrije ruimte over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom stijgt tijdelijk van 1,7% naar 3%. Boven de € 400.000 blijft de vrije ruimte 1,18%.
- Korting op de basispremie van een collectieve zorgverzekering aanbieden is niet meer toegestaan.
Wijziging in de WOR per 2023
Ook de Wet op de ondernemingsraden (WOR) is per 1 januari 2023 gewijzigd. Aan artikel 31a WOR, dat beschrijft welke financiële informatie de OR moet krijgen, is een nieuwe verplichting voor accountants toegevoegd. Bij ernstige zorgen over de continuïteit van de onderneming, moet de accountant zijn controleverklaring ook naar de OR sturen (artikel 31a, lid 8 WOR).
Later dit jaar volgen meer wijzigingen in de wet- en regelgeving
Enkele maatregelen die 1 januari 2023 als beoogde ingangsdatum hadden – waaronder de hervorming van het pensioenstelsel en de plicht om zakelijke kilometers en woon-werkkilometers van werknemers te registreren – zijn uitgesteld tot 1 juli 2023. Ook het voorstel voor de ‘Wet werken waar je wilt’, dat de werknemerspositie rond thuiswerken versterkt, ligt nog bij de Eerste Kamer. Dit geldt ook voor het voorstel voor de Wet bescherming klokkenluiders, waar de Tweede Kamer vlak voor het kerstreces mee instemde.
OR moet alert zijn op gevolgen van nieuwe wet- en regelgeving
De OR doet er verstandig aan om de ontwikkelingen rond de nieuwe wet- en regelgeving te volgen en na te gaan welke gevolgen deze kunnen hebben voor de achterban en de organisatie als geheel. Mogelijk moet of wil de bestuurder naar aanleiding van de nieuwe wet- en regelgeving belangrijke organisatorische besluiten nemen of regelingen treffen die betrekking hebben op de achterban. In veel gevallen heeft de OR dan adviesrecht (artikel 25 WOR) of instemmingsrecht (artikel 27 WOR). Ook als dat niet zo is, heeft de OR altijd het recht om over deze zaken met de bestuurder te overleggen (artikel 23, lid 2 WOR) en hem ongevraagd te adviseren (artikel 23, lid 3 WOR). De nieuwe of aangekondigde wetswijzigingen vormen dan ook goede uitgangspunten voor de OR om met de bestuurder in gesprek te gaan.
Kijk voor de actuele status van personeelsgerelateerde wetsvoorstellen op het wettenoverzicht van Rendement.