Studiekostenbeding is geldig zonder glijdende schaal
Als in een studiekostenbeding een zogenoemde glijdende schaal ontbreekt voor het terugbetalen van de studiekosten, betekent dit niet altijd dat het studiekostenbeding ongeldig is. Dat oordeelde Rechtbank Midden-Nederland onlangs.
Een basisarts was door zijn werkgever in de gelegenheid gesteld om een opleiding tot verzekeringsarts te volgen. Voor het lesgeld (€ 48.100) waren de werkgever en werknemer een studiekostenbeding (tool) overeengekomen. Eén van de voorwaarden hierin was dat de werknemer de volledige studiekosten zou moeten terugbetalen als zijn arbeidsovereenkomst door eigen toedoen of op eigen verzoek zou worden beëindigd binnen vijf jaar ná het behalen van het diploma.
Glijdende schaal ontbrak
Zo’n twee jaar na afronding van de opleiding zegde de werknemer zijn arbeidsovereenkomst op. Omdat de werknemer niet voldeed aan het verzoek van de werkgever om de studiekosten terug te betalen, stapte de werkgever naar de kantonrechter. Tegenover de rechter stelde de werknemer dat het beding niet geldig was, omdat hierin geen terugverdienperiode was opgenomen en een glijdende schaal voor terugbetaling van de kosten ontbrak.
In zijn uitspraak verwees de kantonrechter naar een arrest van de Hoge Raad uit 1983, dat beperkingen stelt aan een studiekostenbeding. Zo moet een studiekostenbeding onder meer duidelijk zijn voor de werknemer en bevatten voor welke termijn de terugbetaling geldt. Ook moet het terug te betalen bedrag binnen de terugbetalingstermijn naar evenredigheid worden afgebouwd, ook wel de glijdende schaal genoemd. Een werknemer hoeft dan dus minder terug te betalen naarmate hij na de opleiding langer voor een werkgever blijft werken.
Werkgever had profijt van opleiding werknemer
De rechter stelde echter vast dat het arrest ging over een opleiding die verplicht tijdens werktijd gevolgd moest worden en over de terugbetaling van het tijdens de opleiding genoten loon. Aangezien de door de werknemer gevolgde opleiding niet verplicht of noodzakelijk was voor zijn functie als basisarts – een studiekostenbeding voor verplichte opleidingen mag sowieso niet meer (artikel) – en de werkgever alleen de studiekosten en niet het loon terugvorderde, oordeelde de kantonrechter dat het ontbreken van een glijdende schaal niets afdeed aan de rechtsgeldigheid van het studiekostenbeding. Bovendien was het beding duidelijk en overzichtelijk en had de werknemer als hoogopgeleide werknemer de consequenties van zijn opzegging kunnen overzien. Doordat de werkgever nog wel twee jaar profijt heeft gehad van de opleiding van de werknemer, moest de werknemer 60% (€ 28.860) van de studiekosten terugbetalen.
Rechtbank Midden-Nederland, 16 november 2022, ECLI (verkort): 538