Akkoord EU over minimumtarief VPB voor multinationals

De Europese lidstaten hebben een akkoord bereikt over de invoering van een minimumbelasting voor grote multinationals. Op termijn gaat voor deze ondernemingen een tarief in de vennootschapsbelasting (VPB) gelden van minimaal 15%.

Vorig jaar zijn er internationaal plannen gemaakt over de belasting van grote multinationals. Die plannen bestaan uit twee pijlers: de belastbare winsten van deze ondernemingen moet eerlijker over landen verdeeld worden en er moet wereldwijd een minimumtarief in de VPB gaan gelden van 15%.

Belastbare winsten ‘herverdelen’

De plannen moeten belastingontwijking door grote multinationals aanpakken. Maar het is ook bedoeld om meer landen een graantje te laten meepikken van de winsten die multinationals wereldwijd maken. Een vaak aangehaald voorbeeld daarbij zijn de Amerikaanse technologiebedrijven zoals Apple, Facebook en Google. Zij maken winsten in allerlei landen, maar naar verhouding staan daar voor die landen weinig belastinginkomsten tegenover.

Minimumtarief geldt bij € 750 miljoen omzet

Over de invoering van het minimumtarief wordt al een tijd gesteggeld in de Europese Unie. Maar nu hebben alle lidstaten op Europees niveau ingestemd met de invoering van het minimumtarief van 15%. Als dit akkoord definitief bekrachtigd wordt, moeten lidstaten het voor eind 2023 in nationale wetgeving omzetten. Daarmee zou het minimumtarief vanaf 2024 kunnen gaan gelden. De plannen voor de herverdeling van belastbare winsten werkt de EU nog uit in een verdrag.
Zoals gezegd gaat het bij deze maatregelen om grote multinationals. Het minimumtarief in de VPB geldt namelijk voor ondernemingen met meer dan € 750 miljoen omzet. De eerste pijler geldt voor multinationals met een wereldwijde omzet van minimaal € 20 miljard.