U bent hier

Onderneming & Administratie
Merendeel accountantskantoren doorstaat toetsing

Merendeel accountantskantoren doorstaat toetsing

Afgelopen jaar voldeed 70% van getoetste accountantskantoren aan de gewenste kwaliteitseisen. Dit blijkt uit het verslag van de werkzaamheden van de Raad voor Toezicht van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) van toetsingsjaar 2021. Deze resultaten zijn in lijn met voorgaande jaren.

De Raad voor Toezicht en netwerkorganisatie SRA voerden in 2021 bij 47 accountantspraktijken met een Wta-vergunning toetsingen uit. Daarvan voldeed 70% aan de eisen, in 2020 was dat 71% en in 2019 was dat 58%. Er vonden 15 hertoetsingen plaats in 2021. Daarvan werd 73% afgerond met een voldoende. In 2020 was dit 71%. Van de accountantskantoren zonder Wta-vergunning voldeed 76% aan de gestelde eisen in 2021. In 2020 was dit 73% en in 2019 was het percentage 68%.

Tekortkomingen op stelsel- en dossierniveau

Bij de toetsingen kwam de Raad voor Toezicht soms tekortkomingen op stelselniveau tegen. De raad vraagt daarom aandacht voor de Nadere voorschriften kwaliteitssystemen (NVKS). Ook op dossierniveau zijn er gebreken. Zo ontbreekt de opdrachtbevestiging nog wel eens, of is deze niet juist, volledig of ondertekend. Een andere tekortkoming die tijdens toetsingen wel eens aan het licht komt betreft cliëntonderzoeken voor de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Daarbij is de identificatie en/of verificatie niet of niet juist uitgevoerd of is deze niet vastgelegd. Per 1 januari 2022 is de Autoriteit Financiële Markten (AFM) verantwoordelijk voor de uitvoering van het Wta-toezicht op accountantsorganisaties met een reguliere vergunning. De accountantskantoren die eind 2021 nog niet voldeden aan de toetsingseisen – in totaal 30% – zijn ook overgedragen aan de AFM.

Drie tuchtklachten in 2021

In het verslagjaar diende het bestuur van de NBA op advies van de Raad voor Toezicht drie tuchtklachten in. Eén accountant weigerde mee te werken aan de uitvoering van de toetsing. In de twee andere gevallen werd de klacht ingediend vanwege schending van het fundamenteel beginsel van integriteit tijdens de toetsing.