Wijzigingen in regels voor personeel per 1 januari 2023
Aan het einde van een kalenderjaar kunnen werkgevers zich voorbereiden op wijzigingen in de wet- en regelgeving voor hun personeelsbeleid. Dit jaar zijn de maatregelen onder meer gericht op het beperken van de negatieve gevolgen van de hoge inflatie.
Enkele maatregelen die 1 januari 2023 als beoogde ingangsdatum hadden – waaronder de hervorming van het pensioenstelsel en de plicht om zakelijke kilometers en woon-werkkilometers van werknemers te registreren – zijn uitgesteld tot 1 juli 2023. En inmiddels is ook duidelijk dat het voorstel voor de ‘Wet werken waar je wilt’ niet per 1 januari 2023 in werking zal treden. Dit wetsvoorstel, dat de werknemerspositie rond thuiswerken versterkt, ligt nog bij de Eerste Kamer.
Collectieve zorgverzekering, minimumloon en onbelaste vergoedingen
Werkgevers moeten rekening houden met de volgende wijzigingen per 1 januari 2023 (met de kanttekening dat de Eerste Kamer nog niet over het Belastingplan 2023 heeft gestemd):
- Het wettelijk minimumloon gaat met maar liefst 10,15% omhoog (hiermee wijzigen ook de rekenregels). Ter compensatie wordt het lage-inkomensvoordeel (LIV) tijdelijk verhoogd.
- Het bedrag dat per thuiswerkdag onbelast is te vergoeden aan een werknemer, stijgt van € 2 naar € 2,15.
- De maximale onbelaste reiskostenvergoeding stijgt van € 0,19 naar € 0,21 per kilometer.
- Werken moet meer gaan lonen, onder meer door een hogere arbeidskorting en lagere tarieven van de inkomstenbelasting.
- Pensioenuitvoerders kunnen niet langer alleen bij een baanwisseling overgaan tot automatische waardeoverdracht van een klein pensioen.
- Veel pensioenfondsen zijn van plan om de pensioenen in 2023 te verhogen.
- Op 2 januari begint opnieuw een aanvraagtijdvak van de STAP-subsidie voor opleidingen van werknemers. Het kabinet is bezig met aanpassingen om de regeling effectiever te maken. Ook wordt de subsidie dit jaar bruikbaar voor erkenning van verworven competenties (EVC).
- De regeling Tegemoetkoming slachtoffers beroepsziekten (TSB) treedt in werking. Deze regeling biedt (ex-)werkenden die schade hebben opgelopen door gevaarlijke stoffen, een forse tegemoetkoming.
- De maximale transitievergoeding gaat omhoog naar € 89.000.
- De AOW-leeftijd stijgt naar 66 jaar en tien maanden, de pensioenrichtleeftijd blijft 68 jaar.
- De vrije ruimte van de werkkostenregeling (WKR) wordt opnieuw aangepast. De vrije ruimte over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom stijgt tijdelijk van 1,7% naar 3%. Voor het deel van de loonsom boven de € 400.000 blijft de vrije ruimte 1,18%.
- De WW-premies gaan iets omlaag. De hoge WW-premie voor werknemers met een flexibel contract is komend jaar 7,64%. De lage WW-premie voor vaste werknemers wordt 2,64%.
- De premie voor de private aanvulling op de WW en WGA daalt van 0,2% naar 0,15%.
- De premie voor de Aof-premie gaat juist (behoorlijk) omhoog.
- De percentages voor de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet dalen, maar het maximumbijdrageloon stijgt met meer dan € 7.000. De bovengrens voor de maximale inhouding van de zorgpremie op het wettelijk minimumloon wordt verhoogd naar 110% van de gemiddelde nominale premie.
- Een werkgever kan niet meer als arbeidsvoorwaarde een korting regelen op de basispremie van een collectieve zorgverzekering.
- Om start-ups te helpen bij de beloning van hun werknemers, komt er een keuzemogelijkheid voor het heffingsmoment van aandelenopties.
- Voortaan moet een werkgever per kalenderjaar kiezen of hij voor buitenlandse werknemers de ‘extraterritoriale kosten’ vergoedt op basis van de werkelijk gemaakte kosten of op basis van de 30%-regeling.
- De zogeheten cap voor elektrische auto’s van de zaak wordt lager, namelijk € 30.000.
- De tijdelijke regels voor de sociale zekerheid van thuiswerkende grensarbeiders zijn verlengd tot en met 30 juni 2023.