Forse stijging minimumloon vraagt om aandacht OR
Met ingang van 1 januari 2023 gaat het minimumloon flink omhoog. Dit kan gevolgen hebben voor de beloningsverhoudingen in de organisatie. De ondernemingsraad (OR) doet er goed aan om hierover met de bestuurder in gesprek te gaan. Gaat de bestuurder de beloningsstructuur veranderen, dan heeft de OR instemmingsrecht.
Het minimumloon stijgt per 1 januari 2023 met € 178 per maand. Naast de halfjaarlijkse indexering voert de overheid conform het Belastingplan 2023 namelijk een extra verhoging door van 8,05%. Dit brengt niet alleen een flinke stijging van de personeelskosten met zich mee, een verhoging van het minimumloon leidt ook tot een verschuiving van de beloningsverhoudingen in de organisatie. Alle reden dus voor de OR om hierover met de bestuurder in gesprek te gaan.
Stijging minimumloon vraagt om kritische houding OR
Een flinke stijging van het minimumloon kan uiteenlopende gevolgen hebben voor de organisatie. Daar moet de OR de bestuurder goed over ondervragen. Vragen die de OR de bestuurder kan voorleggen zijn bijvoorbeeld:
- Komt de financiële positie van de organisatie door de kostenstijging onder druk te staan?
- Welke opties zijn er om de stijging van de personeelskosten te financieren?
- Is het nodig om krediet aan te vragen of bijvoorbeeld een belangrijke investering uit te stellen?
- Welke gevolgen heeft de stijging van het minimumloon voor de beloningsverhoudingen binnen de organisatie? En is een aanpassing van de beloningsstructuur wenselijk?
- Welke gevolgen heeft dit voor de huidige en toekomstige bezetting?
OR heeft instemmingsrecht bij wijziging beloningsstructuur
De OR moet erop alert zijn dat de verhoging van het minimumloon tot besluiten kan leiden waarbij hij adviesrecht of instemmingsrecht heeft. Bij belangrijke voorgenomen besluiten, zoals het aanvragen van krediet, moet de bestuurder de OR om advies vragen (artikel 25 WOR) en bij het vaststellen, wijzigingen of intrekken van verschillende regelingen voor een groep of alle werknemers om instemming (artikel 27 WOR). Dit laatste is onder meer het geval als de bestuurder de beloningsstructuur wil aanpassen. De OR heeft weliswaar geen invloed op de hoogte van de beloningen, maar wel op het belonings- en functiewaarderingssysteem (artikel 27, lid 1c WOR). De kans is groot dat de bestuurder dat systeem wil aanpassen als gevolg van de stijging van het minimumloon.
Gaat werknemer evenveel verdienen als zijn leidinggevende?
De bestuurder moet er goed over nadenken hoe hij ervoor zorgt dat de beloningen voor verschillende functiegroepen in verhouding blijven. Een verhoging van het minimumloon met zo’n 10% kan er immers toe leiden dat werknemers vanaf 1 januari 2023 (bijna) net zo hoog worden ingeschaald als hun leidinggevende. Wil de bestuurder het hele loongebouw opschuiven of bijvoorbeeld alleen de onderlaag bijstellen? Worden de verschillen tussen de loonschalen kleiner of verdwijnen ze zelfs helemaal? En wat betekent dit voor het bevorderingsbeleid en de concurrentiepositie van de organisatie in een toch al krappe arbeidsmarkt?
De OR moet de bestuurder kritische vragen stellen om te kunnen meedenken over een oplossing die zowel voor de werknemers als voor de organisatie als geheel gunstig is. De OR kan overwegen om zich hierbij te laten bijstaan door een externe deskundige. Dit recht heeft de OR op grond van artikel 16 WOR. Hij moet de bestuurder dan wel vooraf informeren over de kosten die dit met zich meebrengt (artikel 22 WOR).