Hoe doorbreekt de OR een angstcultuur?
Bij het televisieprogramma De Wereld Draait Door (DWDD) met Matthijs van Nieuwkerk zou jarenlang sprake zijn geweest van een angstcultuur. Dit programma is geen uitzondering. Hoe kan zo’n ongezonde werkomgeving zo lang blijven bestaan, en wat kan een ondernemingsraad (OR) hiertegen doen?
Als werknemers structureel worden blootgesteld aan bijvoorbeeld vernederingen, woede-uitbarstingen, intimidaties, bedreigingen of geweld, is er sprake van een angstcultuur. Zolang er niet aan de bel wordt getrokken, verandert er meestal niets aan de situatie en kan zo’n ongezonde werksfeer jarenlang onder de radar blijven. Het melden van klachten is in een angstcultuur dus cruciaal, maar dat is helaas ook meteen het struikelblok. Slachtoffers houden namelijk meestal hun mond uit angst voor vervelende consequenties en collega’s bemoeien zich er niet mee uit angst om zelf het mikpunt te worden. De OR kan én moet een rol spelen bij het tegengaan van een angstcultuur.
Weinig meldingen betekent niet dat alles koek en ei is
De OR heeft de taak en verschillende bevoegdheden om een angstcultuur te voorkomen en aan te pakken. Zo moet de OR een veilige en gezonde werkomgeving bevorderen (artikel 28, lid 1 WOR), kan hij de bestuurder – ook ongevraagd – hierover adviseren (artikel 23 WOR) en heeft hij instemmingsrecht bij regelingen die betrekking hebben op de arbeidsomstandigheden (artikel 27, lid 1d WOR). Omdat het aantal meldingen van grensoverschrijdend gedrag in de praktijk geen goede graadmeter is voor hoe het er op de werkvloer aan toe gaat, moet de OR ook alert zijn op andere signalen.
OR moet alert zijn op alle signalen die kunnen duiden op een angstcultuur
Een hoog ziekteverzuim, een groot personeelsverloop of bijvoorbeeld een gespannen sfeer op de werkvloer zijn vaak signalen dat werknemers zich niet prettig of onveilig voelen op hun werk. Dit kan duiden op een angstcultuur. Om inzicht te krijgen in het ziekteverzuim of personeelsverloop, kan de OR bij de afdeling HR (geanonimiseerde) gegevens opvragen. Dit recht heeft de OR op grond van artikel 31 WOR. Ook een anoniem medewerkerstevredenheidsonderzoek (tool) kan meer duidelijkheid geven over de sfeer in de organisatie. Zeker als er geruchten rondgaan over grensoverschrijdend gedrag, is dit meestal een teken dat er meer aan de hand is. Dit kan allemaal aanleiding zijn om met de bestuurder over de bedrijfscultuur in gesprek te gaan.
Maatregelen tegen ongewenst gedrag
De OR doet er goed aan om bij de bestuurder aan te dringen op preventief beleid om ongewenst gedrag tegen te gaan. Onderdelen van dit beleid zijn bijvoorbeeld:
- het aanstellen van een vertrouwenspersoon (tool);
- het invoeren van een gedragscode (tool);
- het instellen van een klachtencommissie (tool);
- een goede klachtenregeling, waar werknemers (anoniem) melding kunnen maken van ongewenst gedrag;
- goede informatie aan werknemers.
Heldere communicatie over grensoverschrijdend gedrag
Duidelijke communicatie naar werknemers, inclusief leidinggevenden, is ook van groot belang om ongewenst gedrag op de werkvloer tegen te gaan. De bestuurder moet uitdragen dat grensoverschrijdend gedrag niet wordt getolereerd in de organisatie en wat de consequenties zijn als werknemers of leidinggevenden toch over de schreef gaan. Daarnaast moet hij werknemers goed informeren waar zij met hun klachten terecht kunnen. Dit kan bijvoorbeeld bij de vertrouwenspersoon in de organisatie zijn, maar ook bij instanties buiten de organisatie, zoals de politie of een juridisch adviesbureau.