Werkgever betaalt € 113.000 na ongelijke beloning vrouw
Betaalt een werkgever een vrouw een lager salaris dan een mannelijke collega met dezelfde functie en is dit verschil niet objectief gerechtvaardigd, dan maakt hij verboden onderscheid op grond van geslacht. Dit onderscheid kostte een online warenhuis recentelijk een flinke duit: € 113.000.
De zaak kwam aan het rollen toen de werkneemster, een bedrijfsjurist, van haar mannelijke evenknie hoorde dat hij een hoger salaris kreeg uitbetaald. De werkneemster trok meerdere keren aan de bel bij de werkgever, wat na ruim een jaar resulteerde in een gelijkgetrokken beloning. Vlak ná de salarisverhoging liet de werkgever weten dat hij ontevreden was over het functioneren van de werkneemster en dat zij daarom niet een vast contract zou krijgen maar een contractverlenging van een half jaar. Uiteindelijk viel de werkneemster ziek uit en is zij ziek uit dienst getreden.
Mannelijke collega had meer werkervaring
De werkneemster stapte vervolgens naar de kantonrechter in Zwolle, waar zij stelde dat de werkgever had gehandeld in strijd met de regels voor gelijke behandeling van mannen en vrouwen door een verboden onderscheid naar geslacht te maken. Ze eiste een billijke vergoeding van
€ 140.000, plus achterstallig loon.
De kantonrechter wees de vordering af. Volgens de rechter beschikte de mannelijke collega bij indiensttreding over meer specifieke en relevante ervaring voor de functie van bedrijfsjurist dan de werkneemster. Het verschil in maandsalaris – dat bruto € 1.000 bleek te zijn – was daarmee volgens de kantonrechter gebaseerd op gelijkwaardige maatstaven en om die reden objectief gerechtvaardigd.
Werkervaring is deugdelijke maatstaf
De werkneemster ging tegen deze uitspraak in beroep bij Gerechtshof Leeuwarden. In afwachting van het hoger beroep vroeg ze het College voor de Rechten van de Mens om een oordeel. In tegenstelling tot de kantonrechter oordeelde het College dat er geen goede rechtvaardiging bestond voor het beloningsverschil (artikel) en dat er dus wel degelijk sprake was van verboden onderscheid op grond van geslacht. Hoewel het College meende dat de beloningsmaatstaf werkervaring op zich een ‘deugdelijke maatstaf’ is die niets van doen heeft met verboden onderscheid op grond van geslacht, had de werkgever onvoldoende aannemelijk gemaakt dat het beloningsverschil was terug te voeren op deze maatstaf; er waren geen kenbare, inzichtelijke criteria waaruit een verschillende waardering bleek van de door de werkneemster en haar mannelijke collega opgedane werkervaring.
Werkgever erkent geen schuld
Hoewel een oordeel van het College voor de Rechten van de Mens niet bindend is, heeft het wel gezag, ook in dit conflict. Twee weken vóór het hoger beroep besloot de werkgever namelijk het oordeel van het gerechtshof voor te zijn door de werkneemster € 113.000 te betalen. De werkgever benadrukte wel hiermee geen aansprakelijkheid of schuld te erkennen.
Kantonrechter Zwolle, 21 februari 2022, ECLI (verkort): 590
College voor de Rechten van de Mens, 15 augustus 2022, oordeelnummer: 2022-91