OR moet alert zijn op discriminatie bij inzet algoritme
Werkgevers gebruiken steeds vaker algoritmes in hun zoektocht naar personeel. Het inzetten van algoritmes lijkt handig, maar is niet zonder risico. De ondernemingsraad (OR) moet zich hier bewust van zijn. De OR heeft namelijk instemmingsrecht bij het aanstellingsbeleid (artikel 27, lid 1e WOR) én moet waken tegen discriminatie (artikel 28, lid 3 WOR).
Het gebruik van kunstmatige intelligentie (of artificial intelligence, AI) bij sollicitaties neemt snel toe. Werkgevers zien meestal geen kwaad in het gebruik van algoritmes bij werving, blijkt uit onderzoek van het College voor de Rechten van de Mens. Het inzetten van AI bij sollicitaties kan tijdwinst opleveren, maar verkeerd gebruik van algoritmes kan ook leiden tot uitsluiting. Bovendien blijkt uit recent onderzoek van de Radboud Universiteit dat vrouwen vaker worden gekoppeld aan een lager salaris dan mannen. De OR moet zich ervan bewust zijn dat algoritmes lang niet altijd objectief zijn en dat het risico van discriminatie op de loer ligt bij het gebruik van algoritmes in de werving en selectie.
OR kan discriminatie door algoritme (helpen) voorkomen
De OR heeft instemmingsrecht bij het aanstellings-, ontslag- en bevorderingsbeleid (artikel 27, lid 1e van de Wet op de ondernemingsraden, WOR). Als de bestuurder wil overstappen op het gebruik van algoritmes hierbij, verandert hij de procedure en moet hij dit dus eerst voorleggen aan de OR. De OR kan ervoor zorgen dat de bestuurder zich door de inzet van algoritmes bij de werving en selectie niet schuldig maakt aan verboden onderscheid. Er zijn verschillende manieren om discriminatie door algoritmes bij werving en selectie te voorkomen (artikel). De OR doet er goed aan om hierover met de bestuurder in gesprek te gaan.
OR moet waken tegen discriminatie en gelijke behandeling bevorderen
De OR heeft de speciale taak om te waken tegen discriminatie in de organisatie en om in het bijzonder de gelijke behandeling van mannen en vrouwen en het inschakelen van gehandicapten en minderheden in de organisatie te bevorderen (artikel 28, lid 3 WOR). De OR kan gebruikmaken van zijn initiatiefrecht om de bestuurder concrete voorstellen doen om gelijke behandeling te bevorderen en discriminatie te bestrijden (artikel 23, lid 3 WOR). Een gedragscode (tool) kan bijvoorbeeld een goed middel zijn om discriminatie tegen te gaan. Hierin kunnen ook regels staan die er bij de werving en selectie van nieuwe werknemers voor zorgen dat alle sollicitanten een gelijke kans krijgen.