Nieuwe risico's bij incidenten met duurzame energie
De gevolgen van de energietransitie strekken zich ook uit tot het werk van de bhv en brandweer. Incidenten met duurzame energie brengen nieuwe risico’s met zich mee en vragen om een andere aanpak. Het Nederlands Instituut voor Publieke Veiligheid heeft deze bijeengebracht in een nieuw informatieblad.
Door de energietransitie krijgen (voornamelijk) industriële bedrijven te maken met nieuwe bedrijfsmiddelen en grondstoffen die worden opgeslagen en verwerkt. Maar ook de 'gewone' bedrijfshulpverlening (bhv) en de bedrijfsbrandweer kunnen daardoor bij de incidentbestrijding geconfronteerd worden met nieuwe, tot nu toe onbekende risico’s. Denk bijvoorbeeld aan een brand in de parkeergarage of het magazijn waar elektrisch aangedreven voertuigen bij betrokken zijn. Dat betekent dat de bhv en de bedrijfsbrandweer bij de aanpak van deze incidenten niet kunnen terugvallen op bestaande incidentscenario’s. Daarom heeft het Nederlands Instituut voor Publieke Veiligheid (NIPV) een informatieblad gepubliceerd dat inzicht biedt in de nieuwe risico’s en de aanpak die daarbij gekozen kan worden.
Gevaarlijk en ingewikkeld
De risico’s die kunnen ontstaan door bedrijfsmiddelen die met de energietransitie te maken hebben, worden in het informatieblad gekenmerkt door de ‘vijf T’s: té gevaarlijk, té ingewikkeld, té groot, té heftig en té vies voor de incidentbestrijders en vooral voor de hulpverleners die als eerste ter plekke zijn. Deze incidenten vragen om een andere aanpak. In het informatieblad worden verschillende duurzame energiebronnen besproken, de risico’s die daarbij voorkomen, een case van een incident met deze bron en de meest geschikte aanpak van het incident. Voorbeelden van incidenten zijn branden waarbij lithium-ion-accu's of een zonnepaneleninstallatie bij betrokken zijn. Maar ook incidenten met gevaarlijke stoffen zoals lekkage van vloeibaar gas (liquified natural gas).
Nieuwe risico’s in de RI&E
De gevolgen van een brand waar deze nieuwe bedrijfsmiddelen bij betrokken zijn, blijven vaak niet beperkt tot de eigen werknemers. De effecten kunnen onverwacht zijn en omliggende bedrijven en omwonenden kunnen hierdoor gevaar lopen. Bovendien kan er schade aan het milieu optreden. Bedrijven moeten de nieuwe risico’s dan ook opnemen in de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) of de bestaande RI&E aanpassen en actualiseren. Voor bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen gelden aanvullende verplichtingen voor de RI&E. Die staan in artikel 4.2 van het Arbobesluit. Zo moet onder meer vermeld worden welke blootstelling aan welke gevaarlijke stoffen er mogelijk is. Het Zakboek voor Incidentbestrijders is online te raadplegen.