Eerste Kamer aan zet bij wetsvoorstel excessief lenen
De Eerste Kamer gaat op 11 oktober verder aan de slag met het wetsvoorstel dat excessieve leningen van onder meer directeuren-grootaandeelhouders (dga’s) bij hun eigen bv’s moet aanpakken. De invoering van dit wetsvoorstel staat gepland voor 2023.
Het wetsvoorstel is er gekomen omdat dga’s en andere houders van een aanmerkelijk belang in de ogen van het kabinet de belastingheffing veel te lang kunnen uitstellen door te lenen van hun bv. Als een dga bijvoorbeeld dividend ontvangt uit de bv is dat belast in box 2 van de inkomstenbelasting, maar een lening is niet direct belast. Dat maakt lenen een fiscaal voordelige manier om geld uit de onderneming te halen.
Tweede Kamer is al akkoord
Het wetsvoorstel moet daar wat aan doen. Schulden van de dga (en zijn partner) bij de eigen bv boven een bepaalde grens zijn straks automatisch belast als inkomen in box 2. Deze grens stond oorspronkelijk op € 500.000, maar het nieuwe kabinet heeft dit opgehoogd naar € 700.000. Het is nog altijd de bedoeling dat het wetsvoorstel met ingang van 1 januari 2023 in werking treedt. Dat betekent dat de Belastingdienst eind 2023 voor het eerst zal peilen hoe hoog de schulden van aanmerkelijkbelanghouders bij de eigen onderneming zijn.
Behandeling apart van Belastingplan 2023
De Tweede Kamer heeft onlangs al met een ruime meerderheid ingestemd met het wetsvoorstel. Nu is dus de Eerste Kamer aan zet (infographic). Deze week heeft de commissie Financiën van de senaat besloten dat het wetsvoorstel op 11 oktober 2022 aan bod komt in een eerste vergadering (het ‘voorbereidend onderzoek’). Tijdens deze bijeenkomst kunnen partijen een schriftelijke bijdrage over het voorstel aanleveren. Deze opmerkingen worden gebundeld, en aan de regering gestuurd met het verzoek om een reactie. Daarmee loopt de behandeling van dit wetsvoorstel dus gescheiden van de behandeling van het Belastingplan 2023 in de Eerste Kamer. De stemming in de senaat over de kabinetsplannen voor volgend jaar staat vooralsnog op de rol voor 13 december, na de geplande stemming op 10 november in de Tweede Kamer.