U bent hier

Onderneming & Administratie
Eerste Kamer akkoord met regels waardeoverdracht pensioen

Eerste Kamer akkoord met regels waardeoverdracht pensioen

De Eerste Kamer heeft ingestemd met een wetsvoorstel dat regelt dat de automatische waardeoverdracht voor bijna alle kleine pensioenen mogelijk wordt. Daardoor kan het pensioengeld van werknemers voor hun pensioen bestemd blijven.

Als een werknemer vertrekt en bij een nieuwe werkgever een andere pensioenregeling krijgt, kan er een waardeoverdracht van het opgebouwde pensioen (artikel) plaatsvinden. Voor overdracht van een klein ouderdomspensioen (in 2022: minder dan € 520,35 per jaar) moeten nieuwe regels gaan gelden. Die regels volgen op de Wet waardeoverdracht klein pensioen, die pensioenuitvoerders sinds 2019 de kans biedt om een klein pensioen automatisch (zonder instemming werknemer) over te dragen aan een nieuwe pensioenuitvoerder als een werknemer een overstap maakt.

Waardeoverdracht is nu niet altijd mogelijk

Kleine pensioenen die al vóór de Wet waardeoverdracht klein pensioen bestonden, zouden vanaf 2020 automatisch naar een nieuwe pensioenuitvoerder kunnen worden overgedragen. Maar voor honderdduizenden pensioenen bleek dit niet mogelijk te zijn. De huidige wet staat automatische waardeoverdracht namelijk alleen toe als een klein pensioen is ontstaan doordat de werknemer niet langer actief deelneemt in de pensioenregeling vanwege uitdiensttreding. Een klein pensioen kan echter ook ontstaan door collectieve beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst tussen de werkgever en pensioenuitvoerder. Automatische overdracht naar een nieuwe uitvoerder is dan geen optie. Ook werd voorheen niet altijd geregistreerd wat de oorzaak van een ‘slapend pensioen’ was.

Geen bijbetalingen voor werkgevers

Het nu aangenomen wetsvoorstel regelt dat er voor de waardeoverdracht geen sprake meer hoeft te zijn van baanwisseling. Dit neemt het hiervoor beschreven knelpunt voor pensioenuitvoerders weg. Als de oorzaak van het ontstaan van het kleine pensioen geen rol speelt (en dit dus niet hoeft te zijn geadministreerd), wordt het voor de uitvoerder simpeler om gebruik te maken van het recht om het kleine pensioen over te dragen. Dat scheelt administratieve kosten, terwijl het pensioengeld voor pensioen bedoeld blijft. Om te voorkomen dat werkgevers moeten bijbetalen bij een individuele waardeoverdracht, blijven uitkeringsregelingen bij verzekeraars wel buiten de regeling vallen.

Afkoopmogelijkheid kleine nettopensioenen

Het wetsvoorstel bevat nog twee andere maatregelen: fiscale sancties voor afkoop van een kleine nettolijfrente verdwijnen en het wordt voor pensioenuitvoerders mogelijk kleine nettopensioenen (aanvullende pensioenen opgebouwd boven het pensioenloonmaximum) met instemming van de werknemer af te kopen. Een systeem van automatische waardeoverdracht is daarbij niet geschikt.

Wanneer gaat het wetsvoorstel in?

1 januari 2023 als ingangsdatum ligt voor de hand. Het kabinet gaf eerder aan de regels te willen invoeren voordat het nieuwe pensioenstelsel hervormd wordt. De beoogde ingangsdatum van die hervorming is ook 1 januari 2023, maar het is nog onzeker of die datum daadwerkelijk gehaald wordt. In de toelichting op het wetsvoorstel voor de kleine pensioenen wordt aangegeven dat de nieuwe regels voor waardeoverdracht in zowel het oude als nieuwe pensioenstelsel van waarde zijn.