Doelen Nationaal Preventieakkoord halen lijkt lastig verhaal
Vijf jaar na het invoeren van het Nationaal Preventieakkoord is nog niet de helft van de doelen behaald. Ondanks anti-rookbeleid van werkgevers en een algeheel rookverbod bij bedrijven, is het aantal rokers nauwelijks gedaald en gaan weer meer jongeren roken. Experts pleiten voor extra maatregelen.
Hoewel roken met ingang van 1 januari 2022 verboden is in alle bedrijven in Nederland heeft dit niet geleid tot een noemenswaardige daling van het aantal rokers. Werknemers mogen dan weliswaar nergens op de werkvloer meer roken, ook niet in een speciaal daarvoor bestemde rookruimte, blijkbaar weerhoudt dit verstokte rokers niet van roken na het werk of buiten de werkplek. Dit terwijl een rookvrije werkomgeving (tool) moest bijdragen aan het bereiken van een rookvrije generatie in 2040. Dat is een van de doelstellingen in het Nationaal Preventieakkoord dat de overheid in 2018 sloot met 70 organisaties, waaronder maatschappelijke organisaties, bedrijven en werkgevers, verzekeraars en sportverenigingen.
Aantal rokers nauwelijks gedaald
Naast het rookverbod op de werkplek moesten een prijsstijging van tabak en beperking van het aantal verkooppunten leiden tot nul jonge rokers in 2040 en een daling van 5% in het aantal volwassen rokers. Tot nu toe is het aantal rokers echter nauwelijks gedaald. Bij jongeren tussen 16 en 20 jaar is zelfs een kleine stijging van rokers te zien, deels door de e-sigaret. Een op de drie jongvolwassenen (20 tot en met 24 jaar) is roker en een op de vijf volwassenen.
Werkplek moet aanzetten tot bewegen
Door de vergijzing en het opschuiven van de pensioenleeftijd, moeten werknemers langer doorwerken. Daarom staan in het Preventieakkoord ook afspraken om een gezonde leefstijl te bevorderen en daarmee de duurzame inzetbaarheid van mensen. Experts denken dat de afspraken niet gehaald worden, doordat de verantwoordelijkheid te veel bij het individu wordt gelegd. Veranderingen in het gedrag komen echter moeizaam tot stand en bovendien moeten ze blijvend zijn om effect te hebben. Mensen hebben dus ondersteuning nodig om het gewenste gezonde gedrag te kunnen volhouden. Werkgevers kunnen hierbij denken aan het creëren van een werkplek die aanzet tot bewegen en in beweging komen (tool) en die gezonde keuzes makkelijker maakt dan ongezonde. Het moet meer moeite kosten om de lift te nemen dan de trap en om een kroket te eten in plaats van een salade.