2.3 Invordering van belasting
niet op tijd
De regels die gelden voor de invordering vindt u in de Invorderingswet 1990. De staatssecretaris heeft voor de invordering ook beleid gemaakt (hoe regels moeten worden uitgelegd) en dat staat in de Leidraad Invordering 2008. De Invorderingswet bevat regels over hoe u de belasting kunt of moet betalen, en wat er gebeurt als de betaling niet of niet op tijd plaatsvindt. In de Invorderingswet is ook te lezen welke maatregelen de ontvanger van de Belastingdienst kan toepassen om u te dwingen tot betaling (zie hoofdstuk 3).
2.3.1 Overgang naar de invorderingsfase
dagtekening
De ontvanger kan pas aan de slag als een aanslag is opgelegd. Op de aanslag staat de dagtekening wanneer de aanslag is opgelegd en een betalingstermijn. De dagtekening van de aanslag is het moment waarop de regels van de Invorderingswet gaan gelden. In de meeste gevallen zal de invordering starten op het moment dat u de aanslag niet binnen de betalingstermijn betaalt.
2.3.2 Betalingstermijn
aangiftebrief
Afhankelijk van het soort aanslag is in de wet een betalingstermijn vastgelegd. Deze termijn staat ook altijd op de ontvangen aanslag of de aangiftebrief voor de loonheffingen en BTW. De Belastingdienst moet de betaling binnen de betalingstermijn hebben ontvangen.
Houd rekening met een paar dagen verwerking van de betaling. Als de uiterste betaaldatum op een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag valt, moet u zorgen dat u vóór die datum de belasting betaalt.
2.3.3 Verschil per belastingsoort
zes weken
De betalingstermijn verschilt per belastingsoort. Voor een gewone aanslag geldt een betalingstermijn van zes weken na de dagtekening van het aanslagbiljet. Voor een navorderingsaanslag geldt een betalingstermijn van een maand. Een naheffingsaanslag moet u binnen 14 dagen betalen na dagtekening van het aanslagbiljet.
aangiftetijdvak
betaal- verzuimboete
Voor aangiftebelastingen zoals de loonbelasting en BTW geldt dat u deze binnen een maand na afloop van het aangiftetijdvak moet betalen. Als u te laat betaalt, volgt automatisch een betaalverzuimboete. Als u niet op tijd de aangifte indient of niet tijdig betaalt, zal de Belastingdienst een naheffingsaanslag opleggen (met boete) en deze moet u binnen 14 dagen betalen.
Voorlopige aanslag
niet in één keer
maandelijkse termijnen
zes weken
Voor de heffing van IB en VPB gaat de Belastingdienst niet wachten totdat u aangifte heeft gedaan. Meestal ontvangt u aan het begin van het betreffende jaar al een voorlopige aanslag. Deze aanslag voor het lopende jaar hoeft u niet in één keer te betalen. U kunt een voorlopige aanslag in gelijke maandelijkse termijnen betalen, waarbij de laatste termijn eindigt op 31 december van dat jaar. Het aantal termijnen is afhankelijk van de datum die op de aanslag staat. Blijven er na de dagtekening van de aanslag minder dan twee maanden over in dat lopende jaar, dan kunt niet in termijnen betalen. In dat geval geldt een betalingstermijn van zes weken voor het gehele bedrag van de aanslag.
Bepaling van het aantal betalingstermijnen
aanslagbiljet
Stel u weet dat u over 2022 belasting moet gaan betalen. U vraagt daarom alvast een voorlopige aanslag inkomstenbelasting voor een bedrag van € 18.000 aan. De Belastingdienst legt een voorlopige aanslag IB 2022 op met dagtekening 13 maart 2022. In hoeveel termijnen moet u de aanslag dan betalen? Na de dagtekening van de aanslag resteren nog negen hele maanden in 2022. De voorlopige aanslag betaalt u dan in negen gelijke maandelijkse termijnen van € 2.000.
2.3.4 Betalen van de aanslag
acceptgiro
betalings-opdracht
automatische incasso
Het is belangrijk dat u de aanslag binnen de termijn betaalt. Er zijn verschillende manieren waarop u uw belastingschuld aan de Belastingdienst kunt voldoen. U kunt kiezen uit:
- Acceptgiro: u ontvangt voor elk belastingbedrag een acceptgiro van de Belastingdienst;
- Betalingsopdracht aan uw bank (inclusief internetbankieren): op deze opdracht moet u het verschuldigde bedrag en het betalingskenmerk vermelden;
- Automatische incasso: deze betaalwijze is slechts mogelijk voor bepaalde belastingen. U ontvangt dan een machtigingsformulier van de fiscus.
Het is niet mogelijk om de belastingschuld contant te betalen bij een belastingkantoor.
Vermeld bij betaling het juiste betalingskenmerk
zoekhulp
Elke aanslag heeft een betalingskenmerk. Dit kenmerk staat op de acceptgiro bij de aanslag. Mocht u het betalingskenmerk niet meer weten, dan kunt u dat terugvinden met de Zoekhulp betalingskenmerk op de website van de Belastingdienst. Daarnaast kunt u met deze zoekhulp ook het aangifte-, aanslag- of beschikkingsnummer achterhalen.
Verrekening
schriftelijk verzoek
De Belastingdienst mag ook terug te geven bedragen, zoals een BTW-teruggave, verrekenen met de te betalen aanslag. Zolang deze maar op dezelfde naam staan. U kunt ook zelf verzoeken om verrekening van een belastingteruggaaf met een eerder opgelegde te betalen aanslag. Hiervoor moet u een schriftelijk verzoek indienen, waarbij u dan vraagt om uitstel van betaling voor de te betalen aanslag in verband met een teruggaaf. Bij verrekening merkt de Belastingdienst de datum van vaststelling van de teruggaaf aan als datum van betaling van de aanslag.
U moet eerst het verzoek tot teruggaaf hebben ingediend voordat u kunt vragen om uitstel van betaling in verband met een teruggaaf. Daarnaast moet het belastingjaar of belastingtijdvak van de teruggaaf al zijn afgelopen.
Verzoek indienen
formulier
U kunt zelfs een verzoek om uitstel van betaling doen voor de betaling van een aangifte loonheffingen over dezelfde periode dat een teruggaaf wordt verwacht. Hiervoor gebruikt u het formulier ‘Verzoek verrekening teruggaaf BTW met aangifte loonheffingen’, dat te downloaden is via de website van de Belastingdienst.
Het verzoek om uitstel van betaling van een aangifte is een uitzondering. De Belasting verleent voor betaling op aangifte van een aangiftebelasting normaal gesproken geen uitstel van betaling. Uitstel van betaling kan namelijk alleen als er een aanslag is opgelegd.
aangiftedatum
in dezelfde maand
Voor de verrekening gelden de onderstaande voorwaarden:
- U moet de aangifte loonheffingen waarmee u de teruggaaf BTW wilt verrekenen op tijd hebben gedaan.
- U doet het verzoek om verrekening uiterlijk op de uiterste aangiftedatum van de aangifte loonheffingen.
- De aangiftetijdvakken van uw aangifte loonheffingen en de BTW-aangifte, waarvoor u de teruggaaf wilt, moeten in dezelfde maand eindigen.
- Eindigt het tijdvak van de BTW-aangifte op 31 december, dan mag u deze aangifte ook nog verrekenen met de twaalfde vierwekenaangifte loonheffingen.
- U mag geen andere belastingschulden hebben.
- Het uitstel van betaling geldt alleen tot de hoogte van de teruggaaf op de BTW-aangifte.
Verrekening fiscale eenheid VPB
zelf kiezen
Voor ondernemingen die een fiscale eenheid voor de VPB vormen, is ook verrekening mogelijk van bijvoorbeeld een BTW-teruggave van de ene onderneming met een belastingschuld loonheffingen bij een andere onderneming. U kunt verzoeken om deze verrekening, maar de Belastingdienst kan ook zelf kiezen voor deze verrekeningsmogelijkheid.
2.3.5 Versnelde invordering
incassorisico
De ontvanger kan de betalingstermijn opzijzetten als er een incassorisico is. In dat geval kan hij een aanslag al vanaf de dagtekening invorderen. Hij hoeft niet eerst de betalingstermijn af te wachten.
faillissement
buitenland
beslaglegging
douaneschuld
De ontvanger mag in de volgende gevallen deze versnelde invordering toepassen:
Mocht er sprake zijn van een versnelde invordering, dan krijgt u daarvan schriftelijk bericht, inclusief de gronden waarop de versnelde invordering wordt toegepast.
Uitzondering
Op de regel van versnelde invordering bestaat een uitzondering. In de gevallen genoemd onder punt 1, 5, 6 en 7 mag de ontvanger namelijk niet versneld invorderen als het gaat om een voorlopige aanslag IB of VPB, waarvan het aanslagbiljet een dagtekening heeft die ligt in het jaar waarover deze is vastgesteld. Voor het betalen van deze voorlopige aanslagen moet de Belastingdienst dus uitgaan van de gebruikelijke betalingstermijn van zes weken.