Bestuurder niet aansprakelijk na ‘selectieve betaling’
Een bestuurder van een onderneming kan persoonlijk aansprakelijk zijn voor openstaande schulden. Bijvoorbeeld als diegene zonder goede reden de ene schuldeiser wél betaalt en de andere niet. Maar in een recente zaak had het bestuur volgens de rechter een goede reden voor zo’n ‘selectieve betaling’.
Volgens de wet zijn er verschillende situaties die kunnen leiden tot de persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder (infographic). Zo kan een bestuurder die roekeloze besluiten neemt die leiden tot een faillissement aansprakelijk zijn. Of een bestuurder die zichzelf wel loon betaalt maar niets aan een schuldeiser. Maar de lat voor aansprakelijkheid ligt wel hoog (artikel). Uitgangspunt is namelijk dat de onderneming aansprakelijk is voor schade, en niet de bestuurder.
Ex-verkoper vordert loon
In een recente zaak draaide het om bestuurdersaansprakelijkheid vanwege selectieve betaling. Een ex-verkoper van een winkel in parketvloeren stelde de bestuurder van zijn voormalige werkgever aansprakelijk. Hij was medio april 2018 door de bestuurder naar huis gestuurd en vanaf juli 2018 had de werknemer zijn arbeidsovereenkomst opgezegd. In de tussentijd had hij geen loon ontvangen. De verkoper vorderde daarom twee maanden salaris, plus uitbetaling van nog openstaande vakantiedagen (infographic). Samen kwam dat uit op ruim € 12.700.
Volgens de ex-verkoper was er sprake van betalingsonwil bij het bestuur. In dezelfde periode waren andere werknemers en leveranciers namelijk wel gewoon betaald. De kantonrechter oordeelde eerder dat de bestuurder inderdaad onrechtmatig had gehandeld, en dat hij privé aansprakelijk was voor de openstaande loonbetaling.
Vloeren verkocht tegen bodemprijzen
In hoger beroep zag ook het gerechtshof aardig wat aanknopingspunten voor die aansprakelijkheid. Toch ging die uiteindelijk van tafel. Want volgens het hof was het gerechtvaardigd dat de onderneming de ex-werknemer niet had betaald en andere werknemers en leveranciers wél. Het bleek namelijk dat de verkoper vloeren aan bevriende kopers had verkocht tegen een prijs die ver onder de kostprijs lag. Op die verkopen leed de onderneming dus fiks verlies. Volgens de onderneming ging het om ‘tienduizenden euro’s’, en de ex-werknemer had dat niet weersproken. De schade was dus groter dan de loonvordering van de werknemer. Al met al had de werkgever volgens het hof voldoende grond om het loon niet uit te betalen. Van betalingsonwil en aansprakelijkheid van de bestuurder was daarom ook geen sprake.
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 9 augustus 2022, ECLI (verkort): 2753