Drie veranderingen in vernieuwd besluit loonheffingen
Ruim zeven jaar na de laatste wijziging heeft de staatssecretaris van Financiën een besluit over loonheffingen opnieuw geactualiseerd. Het besluit staat boordevol informatie over de onderwerpen loon, vrijgesteld loon en vergoedingen en verstrekkingen.
In dit beleidsbesluit heeft de staatssecretaris van Financiën standpunten gepubliceerd over vragen die de afgelopen jaren aan de Belastingdienst zijn gesteld. Deze gaan erover of er in een bepaalde situatie al dan niet sprake is van (belast) loon uit dienstbetrekking of een (gedeeltelijk) onbelaste vergoeding of verstrekking. De werkgever mag erop vertrouwen dat de fiscus de gewekte verwachting nakomt van de standpunten die zijn opgenomen in dit besluit. Het besluit brengt dan ook rechtszekerheid voor de werkgever.
Veel onderwerpen komen in het besluit aan de orde
Het besluit van 21 juni 2022 (pdf) (gepubliceerd op 28 juli 2022) is een actualisatie van het besluit van 17 december 2014. Specifiek komen de volgende onderwerpen aan de orde: postuum loon, aanspraken op overlijdensuitkeringen, diensttijdvrijstelling, gebruikelijk loon en auto van de zaak, beoordeling gerichte vrijstelling per kalenderjaar, rangorde (gerichte) vrijstellingen en waardering van loon, vaste vergoedingen, maaltijden, inwoning en kleding meewerkende kinderen, kleine geschenken, het begrip ‘werkplek’, terugbetaling van vergoedingen en het teruggeven van verstrekkingen.
Aanwijzen als eindheffingsbestanddeel
De staatssecretaris heeft in het besluit een onderdeel toegevoegd dat ingaat op het aanwijzen van vergoedingen en verstrekkingen als eindheffingsbestanddelen (artikel) in de werkkostenregeling (WKR). De Belastingdienst gaat tijdens het kalenderjaar uit van zo’n aanwijzing als een vergoeding, verstrekking of terbeschikkingstelling tot het loon behoort en de werkgever deze niet tot het individuele loon van een werknemer heeft gerekend. In het besluit zijn verder bij het onderdeel over de kleine geschenken twee voorbeelden toegevoegd. Ook is het onderdeel over de scholingskostenaftrek in de inkomstenbelasting komen te vervallen. Behalve deze drie veranderingen, zijn er in het besluit hooguit redactionele aanpassingen gemaakt, geen inhoudelijke.