Beleid voor preventie van discriminatie op het werk
Hoewel werkgevers verplicht zijn beleid te voeren om discriminatie in de organisatie aan te pakken, komt het nog steeds voor. De werkgever zal dan ook maatregelen op meerdere niveaus moeten nemen. Allereerst hoort hij het risico van discriminatie op te nemen in de RI&E.
De werkgever moet het risico van blootstelling aan ongewenst gedrag opnemen in de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) en dus ook discriminatie. In de RI&E inventariseert de werkgever de situaties waarin discriminatie kan voorkomen, bijvoorbeeld in het werving en selectieproces, bij zwangerschap, op plekken waar minderheden werken, enzovoort. Wees vooral alert op verschillende soorten discriminatie, zoals directe en indirecte discriminatie. In het bijbehorend plan van aanpak (tool) komen de maatregelen die hij kan nemen om het risico zoveel mogelijk weg te nemen. Het is goed om regelmatig te (laten) onderzoeken of werknemers zich gediscrimineerd voelen. De RI&E vormt de basis voor het te voeren beleid tegen ongewenst gedrag.
Voorlichting geven aan leidinggevenden
Discriminatie is een vorm van psychosociale arbeidsbelasting (PSA). De werkgever is verplicht hiervoor beleid op stellen en uit te voeren, zodat werknemers niet worden blootgesteld aan deze risico’s. Onderdelen van een dergelijk beleid kunnen zijn:
- een of meerdere vertrouwenspersonen aanstellen, dit kunnen interne of externe deskundigen zijn;
- voorlichting geven over discriminatie, vooral aan leidinggevenden: zij hebben een voorbeeldfunctie en zitten op sleutelposities;
- onderzoek laten doen naar de omvang van het probleem (denk aan de OR en de achterban);
- de mogelijkheid bieden tot het melden van discriminatie met een duidelijke meldprocedure;
- een gedragscode en een klachtenprocedure opstellen.