U bent hier

Onderneming & Personeel
Tweede Kamer akkoord met wettelijk minimumuurloon

Tweede Kamer akkoord met wettelijk minimumuurloon

De Tweede Kamer heeft het initiatiefvoorstel van Kamerleden voor de Wet invoering minimumuurloon onlangs aangenomen. Het is de bedoeling dat het minimumuurloon per 1 januari 2024 wordt geïntroduceerd.

Lees ook het nieuwsartikel Consultatie Wet invoering minimumuurloon geopend

Nederland kent sinds 1969 het wettelijk minimumloon. De hoogte van het minimumloon wordt tweemaal per jaar aangepast. Daarbij wordt altijd uitgegaan van een minimumloon per maand, maar niet per uur. De hoogte van het (niet wettelijk vastgelegde) minimumloon per uur wordt ook halfjaarlijks gepubliceerd, maar hangt af van het aantal uren dat een fulltime werkweek bedraagt in een organisatie. Bij sommige organisaties werken fulltimers 40 uur per week, bij andere bijvoorbeeld 38 of 36 uur. Het minimumloon dat iemand per uur verdient, is daardoor niet eenduidig in de wet bepaald en afhankelijk van de sector waarin iemand werkzaam is. 

Eerlijker en transparanter minimumloon

Het doel van het intitiatiefwetsvoorstel is een eerlijker en transparanter minimumloon. De hoogte van het uurloon wordt dan namelijk voor iedereen gelijk en inzichtelijker, en hangt dan niet meer af van hoeveel uur per week een werknemer werkt. In mei 2020 diende Kamerlid Van Dijk het (aangepaste) initiatiefvoorstel voor de invoering van een wettelijk minimumuurloon in. In het Coalitieakkoord 2021-2025 gaf het kabinet aan om te willen aansluiten bij het initiatiefwetsvoorstel. Ook de Sociaal Economische Raad (SER) pleitte eerder voor invoering van een minimumloon per gewerkt uur. 

Beoogde ingangsdatum is 1 januari 2024

Begin juni ging de Tweede Kamer akkoord met het initiatiefwetsvoorstel voor de Wet invoering minimumuurloon. De beoogde ingangsdatum is 1 januari 2024. Afgelopen maandag liet minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar aanleiding van uitvoeringstoetsen weten dat de introductie per deze datum in principe haalbaar zou moeten zijn voor UWV en de Belastingdienst. Voor de Sociale Verzekeringsbank volgt ook nog een uitvoeringstoets.