U bent hier

Organisatie & Leidinggeven
Kabinet voert voorlopig geen wettelijk rouwverlof in

Kabinet voert voorlopig geen wettelijk rouwverlof in

Minister Van Gennip van SZW staat niet onwelwillend tegenover een wettelijk rouwverlof, maar constateert ook dat het bij dit verlof lastig is om voor het benodigde maatwerk te zorgen. In een Kamerbrief heeft de minister laten weten de mogelijkheden van rouwverlof na de zomer verder te inventariseren.

Met een voorzichtig positieve reactie onderschrijft de minister de conclusie van onderzoeksbureau Panteia, dat eerder in opdracht van het ministerie van SZW een onderzoeksrapport publiceerde over rouw en werk (pdf). Daarbij is onder meer aan (ervarings)deskundigen gevraagd of het invoeren van een wettelijk rouwverlof van meerwaarde kan zijn. Panteia concludeerde dat deze verlofregeling ‘een te overwegen stap’ is. Rouwverlof biedt rouwende werknemers ruimte, zonder dat zij hoeven in te leveren op salaris of vakantiedagen. Ook kan het ten dele ziekteverzuim voorkomen. De meningen verschillen wel over hoe de regeling eruit zou moeten zien.

Ondersteuning bij rouw vereist maatwerk

In haar officiële reactie laat de minister weten dat een wettelijk verlof niet voldoende voorziet in de persoonlijke aard van rouw. Hoe rouw zich uit, verschilt namelijk per persoon en is onder meer afhankelijk van het karakter van de werknemer, zijn relatie met de overledene en de omstandigheden rond het overlijden. Omdat de impact van een sterfgeval kan verschillen in aard, hevigheid en duur, is maatwerk vereist bij de ondersteuning van een rouwende werknemer. Wel kan een wettelijk rouwverlof mogelijk een basis bieden voor meer aandacht voor rouwverwerking van werknemers en de terugkeer naar het werk.

Werkgevers hebben voldoende andere middelen

Omdat er nog onvoldoende duidelijk is over de vorm, toepasbaarheid, financiering en invulling van een eventueel wettelijk rouwverlof, is er nader onderzoek nodig naar de wenselijkheid van deze verlofregeling. De minister zal in samenwerking met de sociale partners de verdere inventarisatie na de zomer opstarten. Hierbij zal ook worden nagedacht over een vereenvoudiging van het verlofstelsel en de mogelijke invoering van een ‘breed maatschappelijk verlof’, zoals de Sociaal-Economische Raad heeft geadviseerd.
Voor het instellen van een landelijk expertisecentrum over rouw en werk ziet de minister nog onvoldoende noodzaak. Ze stelt dat veel werkgevers tijd en aandacht besteden aan werknemers die met een persoonlijk verlies te maken hebben en dat er al andere middelen voorhanden zijn om de rouwondersteuning verder te verbeteren. Een voorbeeld is de Handreiking rouw en werk (pdf).