Dga loopt aftrekpost mis op lening bij eigen bv
Lenen bij de eigen bv in plaats van bij pakweg de bank heeft voor een directeur-grootaandeelhouder (dga) voordelen, maar soms ook nadelen. Dat merkte een dga die de boeterente voor een ‘te vroege’ aflossing wilde opvoeren als aftrekpost. De rechter ging daar niet in mee, omdat de dga die boete zelf had kunnen voorkomen.
Een dga die leent bij de eigen bv is twee keer partij bij die lening. Namelijk als degene die het geld leent en als directeur van de bv die het geld uitleent. Daarom is het ook van belang dat zo’n lening ‘zakelijke voorwaarden’ (artikel) heeft. Anders kan de Belastingdienst de lening aanmerken als een uitdeling aan de dga, en die is belast in box 2 van de inkomstenbelasting. De overheid wil de Belastingdienst zelfs extra helpen hierbij, door een wet die ‘excessieve’ leningen van dga’s bij hun eigen bv’s moet aanpakken.
Boeterente betalen bij aflossing op lening
In deze zaak had de dga keurig een overeenkomst van geldlening (tool) gesloten met de eigen bv. Hij sloot in 2012 een lening af van € 100.000 voor ‘financiering, onderhoud dan wel verbouwing’ van zijn eigen woning. De rente bedroeg 7,9%, met een rentevaste periode van 30 jaar. In de voorwaarden van die lening was geregeld dat er wel eerder afgelost mocht worden op de schuld, maar dan aan het eind van een rentevaste periode. Ook was vastgelegd dat de dga kon vragen om de rentevaste periode of het rentepercentage aan te passen. De bv mocht dan de voorwaarden vaststellen voor die aanpassing.
De dga loste eind 2016 een bedrag van € 25.000 af op de lening, dus ruim vóór het einde van de rentevaste periode. De bv bracht daarop ruim € 34.000 aan boeterente in rekening. De dga nam de betaalde boeterente op als aftrekpost in zijn aangifte inkomstenbelasting. De inspecteur zette een streep door die aftrek, waarna de dga naar de rechter stapte.
Dga had boetevrij kunnen aflossen, stelt rechter
De rechtbank koos echter dezelfde lijn als de inspecteur. In het algemeen is betaalde boeterente inderdaad aftrekbaar, maar in dit geval niet. De dga had namelijk de mogelijkheid om de rentevaste periode aan te passen, en had dus ook boetevrij kunnen aflossen op de lening. Dat de bv voorwaarden kon stellen aan de aanpassing was volgens de rechter geen factor van belang, aangezien de dga ook enig aandeelhouder en bestuurder was van de bv. Ofwel: daar zouden de partijen wel uitkomen. Al met al was de aftrekpost dus terecht geweigerd.
Rechtbank Den Haag, 24 januari 2022 (publicatiedatum 10 mei 2022), ECLI (verkort): 781
Over afspraken tussen dga en bv is onlangs een themadossier verschenen, getiteld ‘Afspreken is goed, vastleggen is beter’. U kunt dit themadossier vinden in de webshop van Rendement.