OR heeft instemmingsrecht bij keuze arbodienst
De ondernemingsraad (OR) heeft instemmingsrecht als de organisatie regelingen gaat wijzigen die betrekking hebben op het ziekteverzuimbeleid. Maar wat betekent dit in de praktijk? Welke rol kan de OR bijvoorbeeld spelen als de bestuurder wil overstappen naar een nieuwe arbodienst?
In artikel 27, lid 1d van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) staat dat de ondernemingsraad instemmingsrecht heeft als de bestuurder wijzigingen doorvoert die betrekking hebben op de arbeidsomstandigheden, het ziekteverzuimbeleid of het re-integratiebeleid. De OR speelt dus ook een rol als de bestuurder een nieuw contract wil afsluiten met een arbodienst. De OR mag dan namelijk meebeslissen over de keuze van een andere dienstverlener. Ook als de bestuurder het contract met de huidige arbodienst wil verlengen, is het instemmingsrecht van kracht.
Wat zijn de risico's in de organisatie?
Bij de keuze voor een arbodienstverlener moet de OR rekening houden met de omstandigheden en risico’s in de organisatie. Heeft de organisatie te kampen met veel of langdurig verzuim, dan ligt een arbodienst die gespecialiseerd is in verzuimbegeleiding en re-integratie voor de hand. Wordt er veel gewerkt met gevaarlijke stoffen, dan is een arbodienst waar de bedrijfsveiligheid de kerndiscipline is een verstandige keuze.
OR heeft ook instemmingsrecht over de inhoud van het contract
De OR heeft niet alleen iets te zeggen over de keuze van de arbodienst, maar ook over de inhoud van het contract met de uitverkoren partij. Welke diensten vallen er bijvoorbeeld onder de overeenkomst en voor welk bedrag worden deze diensten aangeboden? De OR moet de inhoud van het contract met de arbodienst kritisch bekijken en controleren of alle verplichte onderdelen zijn opgenomen in het contract (artikel). Om efficiënter te werken, is het handig als de OR een VGWM-commissie (veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu) of een werkgroep arbozaken instelt. Het instellen van een commissie is echter niet verplicht.