U bent hier

OR & Medezeggenschap
Hoe worden leden van een centrale OR gekozen?

Hoe worden leden van een centrale OR gekozen?

Als de organisatie twee of meer ondernemingsraden telt, kan de bestuurder daarnaast een centrale ondernemingsraad (COR) instellen. De leden van de COR zijn afkomstig uit de bestaande ondernemingsraden. Werknemers hebben meestal geen stem bij het kiezen van de COR-leden. Tenzij zij niet vertegenwoordigd worden door een (G)OR.

De oprichting van een centrale ondernemingsraad (COR) is nuttig als een organisatie meerdere vestigingen in Nederland heeft en de OR invloed wil uitoefenen op de besluitvorming van de landelijke directie. De COR is een overkoepelende OR en bestaat uit afgevaardigden van alle aanwezige ondernemingsraden in de organisatie (artikel 34 WOR). Dit kan een reguliere, maar bijvoorbeeld ook een groepsondernemingsraad (GOR) zijn. Deze afzonderlijke ondernemingsraden blijven ook gewoon in stand als de bestuurder een COR opricht. 

OR bepaalt welke OR-leden zitting nemen in de COR

Het voorlopige COR-reglement vormt de leidraad voor de oprichting van de COR. Zodra de COR is geïnstalleerd, maken zij het voorlopige reglement – met of zonder wijzigingen – definitief. In het COR-reglement staat onder andere hoeveel COR-leden iedere ondernemingsraad mag aandragen, wat de zittingsduur is van de COR en hoe de COR omgaat met tussentijdse vacatures. De ondernemingsraden bepalen zelf wie in de COR zitting neemt en hoe zij tot hun keuze komen. Werknemers hebben hier meestal geen zeggenschap over. Zij hebben hun stem al uitgebracht bij de verkiezingen voor de OR van hun organisatie en hebben zodoende indirect inspraak bij hun vertegenwoordiging in de COR.

Geen OR, wel een COR

Heeft één van de vestigingen van de organisatie geen OR of andere vorm van medezeggenschap, dan hebben deze werknemers toch recht op een afvaardiging in de COR. Dat kan via een wel gekozen personeelsvertegenwoordiging (PVT) of een door de werknemers te kiezen COR-lid. Dit moet in het COR-reglement worden vastgelegd.

Einde (G)OR-lidmaatschap betekent niet altijd einde COR-lidmaatschap

Eindigt het lidmaatschap van het (G)OR-lid omdat hij niet wordt herkozen, dan stopt op dat moment ook zijn lidmaatschap van de COR (artikel 34, lid 5 WOR). Wil een COR-lid echter tussentijds zelf stoppen met zijn OR-werk, maar zijn werkzaamheden voor de COR voortzetten, dan kan de OR overwegen om hem vrijstelling te geven van zijn OR-taken. Hij blijft dan officieel OR-lid, maar richt zich hoofdzakelijk op de COR.