Fiscale koopkrachtmaatregelen gelden tot eind 2022
Staatssecretaris Van Rij van Financiën heeft het wetsvoorstel aanvullende fiscale koopkrachtmaatregelen, dat nodig is om de koopkrachtverslechtering (enigszins) te beperken, bij de Tweede Kamer ingediend. De maatregelen gelden tot en met eind 2022.
Bij de samenstelling van het aanvullende koopkrachtpakket voor 2022 heeft het kabinet geprobeerd om een balans te vinden tussen de uitvoerbaarheid, het budgettaire beslag en de wens om huishoudens in brede zin te helpen. Daarnaast wilde het mensen met een minimaal inkomen (120% sociaal minimum) een extra steuntje in de rug te geven. Hierbij bleek het aantal mogelijke maatregelen beperkt, omdat de hoogte van veel belastingen en toeslagen al vaststaat voor 2022. Het kabinet heeft daarom gekeken naar maatregelen die wel op korte termijn uitvoerbaar zijn en ook meteen verlichting kunnen bieden op een plek waar een forse lastenstijging plaatsvindt: aan de pomp en op de energierekening.
BTW op aardgas tijdelijk van 21% naar 9%
Het kabinet neemt daarom onder meer deze fiscale maatregelen om de deuk in de koopkracht deels te compenseren:
- De accijns op benzine, diesel en LPG is per 1 april 2022 omlaag gegaan met 21%. De verlaging geldt voorlopig tot eind 2022. Dit moet de hoge brandstofprijzen deels compenseren.
- De BTW op energie (aardgas, stadsverwarming en elektriciteit) gaat per 1 juli 2022 tijdelijk omlaag van 21% naar 9%. Dit geldt ook tot het eind van dit jaar. Dit zou een huishouden met een gemiddeld verbruik € 120 moeten schelen in een halfjaar.
- Maatregelen ter demping van het effect van de stijgende energieprijzen voor het Caribisch deel van Nederland.
Het wetsvoorstel met bovenstaande maatregelen is onlangs naar de Tweede Kamer gestuurd.
Het kabinet heeft nog niet gemeld hoe de gaten in de schatkist precies gedicht worden. Maar het lijkt erop dat met name bv’s en directeuren-grootaandeelhouders zich moeten opmaken voor lastenverzwaringen.