Het verschil: loontijdvak en aangiftetijdvak
Elke organisatie met werknemers heeft ermee te maken: tijdvakken. Maar wat is nou eigenlijk het verschil tussen een loontijdvak en een aangiftetijdvak en waarom is dat verschil belangrijk?
Het loontijdvak is het tijdvak waarover werkgevers het loon aan de werknemers betalen. Krijgt een werknemer elke maand zijn loon over die maand, dan is het loontijdvak dus een maand. Een werknemer die elke vier weken zijn loon over vier weken krijgt, heeft een loontijdvak van vier weken. In één organisatie kunnen meerdere loontijdvakken naast elkaar toegepast worden. De werkgever bepaalt welke dat zijn, tenzij er in de collectieve arbeidsovereenkomst (cao) afspraken over gemaakt zijn.
Aangiftetijdvak is meestal een maand of vier weken
Het aangiftetijdvak is het tijdvak waarover de werkgever aangifte loonheffingen moet doen bij de Belastingdienst. Meestal is dat een periode van een maand of vier weken. Bij een aangiftetijdvak van vier weken begint het eerste tijdvak altijd op 1 januari en eindigt het laatste tijdvak op 31 december. De eerste en dertiende aangifteperiode lopen dus niet gelijk met de eerste en dertiende loonperiode.
Een ander aangiftetijdvak dan de gebruikelijke kalendermaand of vier weken geldt voor:
- personeel van zelfstandige binnenschippers die aan boord van het schip wonen (aangiftetijdvak is een halfjaar);
- personeel aan huis, waaronder personeel in het kader van een persoonsgebonden budget voor zorg (aangiftetijdvak is een jaar);
- meewerkende kinderen (aangiftetijdvak is een jaar).
Loontijdvak en aangiftetijdvak lopen niet gelijk: de aandachtspunten
Als het loontijdvak en het aangiftetijdvak niet gelijk zijn, moet de werkgever in zijn loonadministratie rekening houden met een aantal aandachtspunten. Zo moet hij per aangiftetijdvak aangifte loonheffingen doen voor het bedrag dat hij in dat aangiftetijdvak uitbetaalde als loon. Het aangiftetijdvak kan meerdere loontijdvakken beslaan. Verder mag de werkgever bij de ‘datum aanvang inkomstenperiode’ geen datum invullen die buiten het aangiftetijdvak ligt. Ligt die datum wel buiten het aangiftetijdvak? Dan moet hij de eerste dag van het aangiftetijdvak invullen. In tweegevallen mag de ‘datum aanvang inkomstenperiode’ eenmalig wel buiten het aangiftetijdvak liggen:
- Bij uitkeringen van UWV, de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en bijstandsuitkeringen als deze uitkeringen met terugwerkende kracht worden uitbetaald (zogenoemde aanlooptermijnen).
- Bij de code aard arbeidsverhouding (code dienstbetrekking) 11 mag de ‘datum aanvang inkomstenperiode’ vóór het aangiftetijdvak liggen, zolang er geen andere gegevens, zoals verloonde uren, uit de voorgaande aangifte wijzigen. Anders moet de werkgever de voorgaande aangifte corrigeren.
AANGIFTETIJDVAK: het tijdvak waarover de werkgever aangifte loonheffingen doet