Vallen privéschulden ondernemer ook onder de WHOA?
De Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) biedt ondernemingen in zwaar weer de mogelijkheid voor een schuldsanering. Maar hoe zit het met privéschulden van de ondernemer? Want die kunnen een doorstart ook danig in de weg zitten. Toch zullen deze schulden niet snel onder de WHOA vallen, blijkt uit een recent oordeel van de rechtbank.
De WHOA (artikel) geldt sinds 2021 en maakt het voor levensvatbare ondernemingen in financiële problemen makkelijker om een akkoord te sluiten met schuldeisers. Voorheen kon één dwarsligger een akkoord nog blokkeren. Maar dankzij de WHOA kan de rechter een akkoord dwingend opleggen als een meerderheid van de schuldeisers akkoord is. Op deze manier kan een faillissement mogelijk worden voorkomen.
Afkoelingsperiode nodig voor herstructurering
De WHOA is in principe alleen van toepassing op het saneren van schulden van de onderneming. Maar privéschulden van een ondernemer kunnen evengoed een molensteen zijn voor het doorstarten van de onderneming. Zeker bij een ondernemer voor de inkomstenbelasting, want dan zijn vermogen van de zaak en de ondernemer vaak nogal met elkaar verstrengeld (tool).
Een recente uitspraak van Rechtbank Gelderland werpt enig licht op de vraag hoe de rechter omgaat met privéschulden. Al ging het in deze zaak niet om het saneren van schulden om de onderneming overeind te houden, maar om een zogeheten afkoelingsperiode. De ondernemer in kwestie was namelijk bezig met een ombouw van zijn onderneming, een maaltijdbezorgservice. Om dat rond te breien moest hij onder meer herfinanciering regelen van privéhypotheken op verschillende panden. Om daar tijd voor te hebben, wilde de ondernemer dat de rechter een afkoelingsperiode op zou leggen van vier maanden. Tijdens zo’n periode mogen schuldeisers bijvoorbeeld geen beslag leggen om hun schuld te innen.
Koppeling privéschuld en schuld onderneming
De rechtbank wees het verzoek echter af. Kort gezegd stelde de rechter vast dat het niet de schulden van de onderneming waren maar de privéschulden van de ondernemer waren waar een oplossing voor moest komen. Daarnaast is een voorwaarde om een WHOA-verzoek in te kunnen dienen dat de onderneming waarschijnlijk op een faillissement afstevent. Daar was in dit geval geen sprake van, want de maaltijdbezorger maakte winst.
Toch geeft de uitspraak van de rechtbank wel enige ruimte om ook privéschulden te saneren via de WHOA. In de uitspraak staat dat alleen het feit dat het ondernemingsvermogen is verweven met het privévermogen niet genoeg reden is om het onder de WHOA te laten vallen. Mogelijk is dat anders als wél duidelijk valt aan te tonen dat de financiële problemen een duidelijk gevolg zijn van de privéschulden. Verder zal de onderneming dus ook wel moeten aantonen dat er financiële problemen zijn om gehoor te krijgen bij de rechter.
Rechtbank Gelderland, 13 januari 2022, ECLI (verkort): 171