Hybride werken heeft de toekomst
Minister Van Gennip van SZW wil de komende jaren stimuleren dat organisaties structureel hybride gaan werken. In de afgelopen twee jaar hebben werkgevers en werknemers veel positieve ervaringen opgedaan met de combinatie van thuiswerken en werken op locatie.
De impact van het coronavirus is momenteel beperkt en dus zag het kabinet vorige week ruimte om het thuiswerkadvies te laten vervallen. Het kabinet gaf wel aan dat het goed zou zijn als meer werkgevers en werknemers met elkaar afspraken maken over hybride werken. In een Kamerbrief is de minister hier nu verder op ingegaan. De minister ziet de situatie als kans voor werkafspraken die bijdragen aan het welzijn van werknemers, organisatiebelangen én maatschappelijke doelen.
Hybride werken bundelt voordelen
In de Kamerbrief zijn de voordelen van thuiswerken opgesomd, zoals minder reistijd, mogelijkheden voor een betere werk-privébalans, hogere productiviteit, lagere kantoorkosten en het verminderen van CO2-uitstoot en filevorming. Aan de andere kant is op kantoor of locatie werken belangrijk voor het contact tussen collega’s en het uitvoeren van bepaalde werkzaamheden. Bij hybride werken worden de voordelen samengebracht. Werkgevers lijken hier niet omheen te kunnen, zeker niet gezien de arbeidsmarktkrapte.
In de recente Monitor Hybride Werken van KPN geeft een derde van de werknemers aan een nieuwe baan te zoeken als ze verplicht worden om volledig terug te keren naar kantoor. 85% van de werknemers wil ook zelf de kantoordagen bepalen. Maandag, dinsdag en donderdag zijn populair.
Cao-afspraken over hybride werken
De minister vindt het nu hét moment voor werkgevers en werknemers om afspraken te maken over de combinatie van thuiswerken en werken op locatie. Zulke afspraken kunnen een positieve invloed hebben op thema’s als eerlijk werk, economische groei, duurzaamheid en gendergelijkheid. Er worden ook al volop afspraken gemaakt: in februari meldde AWVN dat er inmiddels voor 1,8 miljoen werknemers cao-bepalingen over hybride werken zijn vastgelegd. Deze bepalingen gaan vooral over de thuiswerkvergoeding (artikel) en thuiswerkplek. Werkafspraken, over bijvoorbeeld de frequentie van thuiswerken, komen minder voor in de cao. Bij deze afspraken is meer maatwerk (tool) nodig.
Wettelijk recht op hybride werken
Het kabinet werkt aan een ‘Agenda voor de toekomst van hybride werken’. Hieruit volgen mogelijk (wettelijke) maatregelen, waarbij het kabinet zich mede zal baseren op een nieuw advies van de Sociaal-Economische Raad (SER). De SER wil graag het initiatief voor hybride werken bij de werkgevers en werknemers laten en adviseert het kabinet niet om werknemers een hard recht op thuiswerken te geven.
Over het voorstel voor de ‘Wet werken waar je wilt’ schrijft de minister niets in haar Kamerbrief. De Tweede Kamer gaat binnenkort weer in gesprek over dit initiatiefwetsvoorstel van D66 en GroenLinks, maar het is nog onduidelijk of er een meerderheid voor is. Het wetsvoorstel regelt dat een werkgever een werknemersverzoek voor een andere arbeidsplaats (binnen de Europese Unie) alleen mag weigeren bij zwaarwegende bedrijfsbelangen. Critici vinden het wetsvoorstel overbodig.