Wettelijke bescherming bij financiering op komst?
Is het noodzakelijk en wenselijk dat kleine ondernemers wettelijk worden beschermd bij zakelijke financiering? Minister Kaag van Financiën buigt zich momenteel over deze vraag. De verwachting is dat zij halverwege dit jaar de resultaten van haar onderzoek publiceert.
Op basis van de onderzoeksresultaten besluit minister Kaag of de huidige zelfregulering in de financieringsmarkt voldoende waarborgen biedt of dat wetgeving nodig is. Momenteel wordt zakelijke kredietverlening niet gereguleerd in financiële wetgeving. Op een overeenkomst tussen twee zakelijke partijen zijn wel de algemene regels van toepassing die volgen uit het Burgerlijk Wetboek en de rechtspraak. Verstrekkers van consumentenkrediet moeten een vergunning hebben en staan ook onder toezicht, in tegenstelling tot verstrekkers van zakelijk krediet.
Adresseren van zorgen
Minister Kaag antwoordde naar aanleiding van Kamervragen van lid Amhaouch van CDA dat het van belang is dat een eventueel wettelijk ingrijpen ook daadwerkelijk de geconstateerde zorgen adresseert. Volgens minister Kaag moet een wettelijk ingrijpen zorgvuldig worden gewogen. ‘Sommige ondernemers kunnen immers gebaat zijn bij bescherming, maar anderen kunnen daar hinder van ondervinden en mogelijk beperkt worden in hun toegang tot krediet. Ook moet worden afgewogen of een wettelijke maatregel effectief is wanneer alleen Nederlandse kredietverstrekkers aan de eisen moeten voldoen’, aldus minister Kaag.
Eenmanszaken en borgstelling
Minister Kaag erkende dat kleinzakelijke klanten vaak een gebrek hebben aan specifieke financiële kennis en dat zij niet altijd de gevolgen van hun handelen kunnen overzien. Minister Kaag gaf toe dat de gevolgen voor kleine ondernemers groot zijn als zij niet aan hun betalingsverplichtingen (tool) kunnen voldoen. Dit is het geval als er sprake is van een onderneming zonder rechtspersoonlijkheid, zoals een eenmanszaak, of van hoofdelijke aansprakelijkheid van een persoon, zoals een borgstelling.