Ondernemerswensen voor nieuwe gemeenteraden
Volgende week mogen óók ondernemers naar de stembus voor de gemeenteraadsverkiezingen. Volgens ondernemersorganisaties mag het gemeentebestuur wel een tandje bijzetten met het koesteren van het lokale mkb. Ondertussen stijgt de gemeentelijke belasting op bedrijfspanden dit jaar door.
Op 14, 15 en 16 maart 2022 zijn er in de meeste gemeentes verkiezingen. In een brief aan de lijsttrekkers van alle partijen onderstrepen de voorzitters van ondernemersorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland nog eens het belang van lokale ondernemingen. Zij zorgen niet alleen voor banen maar zijn ook ‘de steunpilaar van vrijwel alle sportclubs en andere verenigingen in uw gemeente’, zo benadrukken de voorzitters nog maar eens.
Ook ‘mkb-toets’ lokale regelgeving
Dat mag gekoesterd worden, aldus de ondernemersorganisaties. Zij zouden onder meer graag zien dat ook gemeentes een zogeheten mkb-toets invoeren. Daarbij wordt nieuwe regelgeving eerst langs de meetlat van kleinere ondernemingen gelegd. Groepen mkb’ers mogen zich dan uitlaten over de vraag of zij met de regelgeving uit de voeten kunnen of dat die misschien onredelijk veel papierwerk met zich meebrengt.
De ondernemersverenigingen hebben ook nog een uitgebreid pamflet (pdf) opgesteld met ‘suggesties’ voor gemeentebesturen. Daarin vragen zij ook aandacht voor de schulden die ondernemingen hebben opgebouwd in de coronacrisis. Om het lokale mkb de komende jaren te helpen zou er onder meer ook uitstel en een ruime terugbetalingstermijn moeten komen voor lokale belastingen. Die zou gelijk moeten lopen met de landelijke termijn.
Aandacht voor gemeentelijke belastingen
Sowieso vragen de ondernemersorganisaties – niet voor het eerst – om scherp te zijn op de ontwikkeling van de lokale lasten. Zeker ook om ondernemingen te helpen om te herstellen van de coronacrisis zouden de lokale belastingen voor het bedrijfsleven niet mogen stijgen. Daar is de komende jaren dan wel wat werk aan de winkel voor de gemeentebesturen. Voor dit jaar hebben alle gemeenten samen begroot dat zij 2% meer binnenhalen aan belastingen dan in 2021, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Ondernemers hebben daarbij onder meer te maken met de onroerendezaakbelasting (OZB) op bedrijfspanden (‘niet-woningen’ in de CBS-statistieken). Daarvoor staat dit jaar bijna € 2,3 miljard in alle gemeentelijke begrotingen samen, tegen ruim € 2,1 miljard in 2021. De opbrengst stijgt, maar het tarief ook, zo meldt onderzoekscentrum Coelo op basis van gegevens van de 40 grootste gemeenten. Voor eigenaren van bedrijfspanden stijgt het OZB-tarief in die gemeenten gemiddeld met 2,3%, voor gebruikers van bedrijfspanden is de stijging gemiddeld 3,9%.
Opbrengst precariobelasting daalt
De verwachte opbrengst van de precariobelasting valt wel flink lager uit dit jaar, zo laten de CBS-cijfers zien. Dit is een heffing voor het gebruik van de openbare ruimte, waar bijvoorbeeld horeca-uitbaters mee te maken krijgen voor hun terras. Voor 2022 is er € 39 miljoen begroot door alle gemeenten samen, tegen € 287 miljoen in 2021. Maar de oorzaak voor deze daling is volgens het CBS vooral dat gemeenten sinds dit jaar geen precariobelasting meer mogen heffen op onder meer kabels en leidingen van nutsbedrijven die in de gemeentegrond zitten.