Inkomensdaling flexibele werknemers door corona
In de eerste helft van 2020 had een grote groep werknemers een inkomensverlies van meer dan 10%. Dat blijkt uit een onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB). De resultaten tonen volgens het CPB het belang aan van structurele hervormingen van de arbeidsmarkt.
De coronacrisis had de afgelopen twee jaar een grote impact op het leven van mensen, waaronder op het inkomen van een grote groep werkenden. Zo gingen in 2020 175.000 meer werknemers dan in 2019 er op achteruit. Bij 130.000 daarvan daalde het inkomen zelfs met meer dan 10%. Het ging daarbij vooral om flexibele arbeidskrachten en zelfstandigen. Van alle sectoren werden werknemers in de horeca het zwaarst getroffen. Daar bleef het inkomen in december 2020 13% achter ten opzichte van de ontwikkeling in 2019. Dat komt neer op ongeveer € 175 euro bij een gemiddeld maandinkomen van € 1300. Toch had ondanks de crisis aan het einde van 2020 70% van de werknemers een gelijk of hoger inkomen vergeleken met het begin van 2020. Dit blijkt uit het onderzoek van Centraal Planbureau (CPB) ‘Ontwikkeling van het arbeidsinkomen tijdens corona’ dat op 1 maart verscheen.
Hoger inkomensverlies en kleinere financiële buffers
Werknemers die veel arbeidsinkomen verloren, hadden ook vaak minder financiële buffers om het inkomstenverlies mee op te vangen. Van de werknemers met een inkomstendaling van minstens 10% had de helft minder dan € 10.000 aan liquide middelen (zoals bank- en spaartegoeden, aandelen en obligaties). Daarbij hadden flexibele arbeidskrachten over het algemeen minder financiële buffers dan werknemers in loondienst. Zelfstandigen stonden er iets beter voor. In die groep had ongeveer 30% een buffer kleiner dan € 10.000.
Onderzoeksresultaten tonen belang van structurele hervormingen arbeidsmarkt
De grootste klap viel in de eerste helft van 2020. Door een herstel in de tweede helft – geholpen door de coronasteun van de overheid – werd erger voorkomen. Ongeveer 45% van de werknemers die in de eerste helft van 2020 hun baan verloren, hadden in de tweede helft weer een baan.
Volgens het CPB onderstrepen de onderzoeksresultaten het belang van structurele hervormingen op de arbeidsmarkt. Daarbij gaat het om het verkleinen van het onderscheid tussen vast en flexibel werk. Het verkleinen van fiscale verschillen tussen deze twee groepen kan schijnzelfstandigheid tegengaan. Verder zou duurzame inzetbaarheid en economische zelfstandigheid bevorderd moeten worden.