Familiebedrijf wil meer haast maken met overdracht
Een deel van de Nederlandse familiebedrijven wil de onderneming sneller overdragen aan een opvolger. Zij vrezen namelijk dat zij anders geen gebruik meer kunnen maken van de fiscaal voordelige bedrijfsopvolgingsfaciliteit (BOF), blijkt uit een enquête.
De BOF (infographic) geeft opvolgers een fiks fiscaal voordeel. Dankzij deze regeling hoeven de opvolgers namelijk over de eerste € 1.134.403 (in 2022) van de ondernemingswaarde geen erf- of schenkbelasting te betalen. Boven dit bedrag geldt nog een vrijstelling van 83%.
Geen aanwijzingen voor afschaffen BOF
Het idee achter de BOF is dat opvolgers niet al bij de start tegen een fikse belastingrekening aanlopen. Maar er klinkt ook kritiek op het flinke fiscale voordeel van de regeling. Diverse politieke partijen hebben eerder in hun verkiezingsprogramma geschreven dat de BOF deels of helemaal zou moeten verdwijnen. Ook in het rapport met ‘bouwstenen’ voor een toekomstbestendig belastingstelsel staat het afschaffen van de BOF genoemd als mogelijke beleidsoptie. De vrees onder familiebedrijven is daarom dat er wordt gemorreld aan de fiscale opvolgingsregeling. Toch lijkt het er niet op dat het nieuwe kabinet die weg in slaat. In het coalitieakkoord wordt juist het belang van de opvolgingsfaciliteiten erkend en staan geen aanwijzingen voor het afschaffen van de regeling.
Bedrijfsoverdracht aan opvolger versnellen
Wel wil het kabinet Rutte-IV de regeling verbeteren en oneigenlijk gebruik tegengaan. Voor die lijn krijgt het kabinet wel steun van familiebedrijven in een recente enquête van Business Universiteit Nyenrode en financieel adviseur RSM. Zij hebben daarvoor ruim 50 grotere familiebedrijven ondervraagd. Van deze groep is 20% het (zeer) eens met de stelling dat zij het eigendom van de onderneming versneld over zullen dragen aan een opvolger om de huidige BOF nog te kunnen gebruiken. 54% is het (zeer) oneens met die stelling. Van de familiebedrijven die daadwerkelijk van plan zijn om de eigendom de komende jaren over te dragen verwacht bijna 40% dat zij dit zullen versnellen. De ondervraagden lijken er dus toch niet helemaal gerust op dat de BOF onveranderd overeind blijft.
Een andere zorg die naar voren komt gaat over de ‘voortzettingseis’ uit de BOF. De opvolger moet de onderneming namelijk minstens vijf jaar voortzetten. Anders vervalt de vrijstelling en komt de fiscus langs. Hoewel de meeste ondervraagden zich hier geen zorgen over maken, verwacht zo’n 20% dat deze eis problemen kan opleveren bij de opvolging.
Opknippen vanwege laag tarief VPB?
De enquête (pdf) snijdt ook nog een ander punt aan waar in de Tweede Kamer het nodige over te doen is: het lage tarief in de vennootschapsbelasting (VPB). De grens voor het 15%-tarief is namelijk sinds dit jaar opgetrokken naar € 395.000. Verschillende partijen maken zich daar zorgen over, omdat het voor concerns een prikkel kan zijn om zich ‘op te knippen’. Dan kunnen de delen van het concern namelijk allemaal afzonderlijk gebruikmaken van het lage tarief. Ook de regering houdt dit in de gaten. De ondervraagde familiebedrijven zijn niet in grote getale gaan knippen (of kon dat niet), blijkt uit de enquête. Toch is 20% het wel (zeer) eens met de stelling dat de onderneming is opgeknipt vanwege het lage VPB-tarief. Verder meldt 18% dat zij een nieuwe onderneming niet aan de fiscale eenheid voor de VPB hebben toegevoegd vanwege het lage VPB-tarief. Ook heeft 18% de fiscale eenheid opgebroken of beëindigd vanwege het lage VPB-tarief. Bij een fiscale eenheid worden de winsten namelijk opgeteld, en dus kan zij maar één keer gebruikmaken van het lage tarief.