OR kan informeel leren bevorderen
Uit de Monitor Leercultuur van de SER en TNO blijkt dat werkgevers met name kansen op het gebied van informeel leren, zoals variatie in het werk en autonomie, nog onvoldoende benutten. Daar kan de OR verandering in brengen. Dit kan via het instemmingsrecht bij een regeling voor personeelsopleidingen of via het initiatiefrecht.
Uit de Monitor Leercultuur van de SER en TNO blijkt dat de beschikbaarheid van scholingsmogelijkheden en loopbaangesprekken de afgelopen jaren is toegenomen. Ook zijn werknemers tevreden over de leermogelijkheden. Werkgevers en werknemers laten echter nog kansen liggen als het aankomt op informeel leren. De OR kan het informeel leren binnen de organisatie stimuleren. Dat is van belang omdat organisaties moeten kunnen inspelen op bijvoorbeeld de grote tekorten op de arbeidsmarkt, de energietransitie, de digitalisering en de coronacrisis. De SER presenteerde eerder dit jaar ook een handreiking over de rol van de OR bij de energietransitie.
Variatie en autonomie bevorderen informeel leren
Werknemers leren niet alleen formeel, als ze een officiële opleiding of cursus volgen, maar ook informeel, door hun taken uit te voeren. Informeel leren vindt bijvoorbeeld plaatst doordat werknemers de nodige variatie in werkzaamheden hebben en omdat ze over enige autonomie beschikken. De vaardigheden en competenties die werknemers hierbij nodig hebben, worden nog onvoldoende erkend en herkend op de werkvloer. Denk aan vaardigheden zoals plannen en organiseren. Ook ondernemen werkgevers relatief weinig activiteiten om informeel leren te stimuleren. Uit de monitor blijkt dat 61% van de werknemers veel variatie in het werk heeft en 59% veel autonomie ervaart. Ook geeft 39% aan veel te leren van taken op het werk, tegenover 12% die aangeeft weinig te leren.
OR kan aansturen op informeel leren
De OR kan aansturen op informeel leren bij de boordeling van een instemmingsverzoek voor de invoering of wijziging van een regeling op het gebied van personeelsopleiding (artikel 27, lid 1f WOR). De OR kan dan ook het nut en de noodzaak van informeel leren met de bestuurder bespreken. Samen met de bestuurder kan de OR bekijken hoe er meer variatie in de takenpakketten van de werknemers te brengen is en hoe de bestuurder de autonomie van de werknemers kan vergoten. Ook kan de OR de achterban raadplegen, bijvoorbeeld met een enquête (tool), om hiervoor ideeën op te doen die goed aansluiten bij de behoefte en wensen van de werknemers. De OR hoeft zo’n instemmingsverzoek echter niet af te wachten en kan de bestuurder ook op basis van het initiatiefrecht (artikel 23, lid 3 WOR) een concreet initiatiefvoorstel doen (infographic) om het huidige beleid voor personeelsopleiding te verbeteren.