Geen wettelijke grondslag eHerkenning, geen naheffing
De rechtbank heeft een naheffingsaanslag loonheffingen vernietigd omdat er geen wettelijke grondslag aanwezig is voor het verplicht aangifte doen met eHerkenning. De bv waaraan de naheffingsaanslag was opgelegd vond dat er geen wettelijke basis voor het doen van aangiften door middel van eHerkenning was, zolang de Wet digitale overheid niet in werking is getreden.
De eHerkenning (video) is een digitale sleutel die ondernemingen moeten gebruiken om gegevens uit te wisselen met de overheid zoals de Belastingdienst. Sinds 2020 is de sleutel verplicht voor werkgevers die zelf hun loonaangifte doen en voor het doen van de aangifte vennootschapsbelasting Vanaf dit jaar is daar ook de BTW-aangifte bijgekomen. Het aanschaffen van EHerkenning kost geld daarom is er een compensatieregeling opgetuigd.
Geen wettelijke basis voor e-Herkenning
In deze zaak ging het om een bv die in beroep ging tegen een naheffingsaanslag loonheffingen. De aanslag was opgelegd omdat de bv haar aangifte over maart 2020 niet vóór 30 september 2020 had ingediend. Zij stelde dat zij wel aangiften voor de loonheffingen had willen doen, maar dat zij geen aangifte had kunnen doen, omdat zij geen eHerkenning had. Volgens de bv was er geen wettelijke basis voor het doen van aangiften door middel van eHerkenning, zolang de Wet digitale overheid niet in werking was getreden.
Wel de wil aanwezig om aangifte te doen
Rechtbank Gelderland vond dat de bv wel de wil had gehad om aangifte te doen maar dat dit niet kon zonder e-Herkenning. De bv kon ook niet worden verplicht om e-Herkenning te gebruiken en deze bij een commerciële partij aan te schaffen om aangifte te doen. Ook gaf de rechter aan omdat er een wettelijke verplichting is om aangifte te doen dit kosteloos te doen moet zijn en dit is dus niet zo (ondanks het feit dat er een compensatieregeling voor de kosten is). Voor deze betalingsverplichting is geen wettelijke basis. De inspecteur had dus ook geen grond om een naheffingsaanslag op te leggen. De rechter vernietigde dus de naheffingsaanslag.
Rechtbank Gelderland, 15 februari 2022, ECLI (verkort): 394